Minister Bruins heeft de online publicatie van het oorlogsarchief uitgesteld tot 2 januari 2025 vanwege zorgen van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Nu is er gekozen voor een tijdelijke oplossing waarbij het gedigitaliseerde archief te doorzoeken is in het NA. Er zijn echter beperkte plekken, en onderzoekers moeten vooraf een aanvraag indienen. Het maken van kopieën van het archief is niet toegestaan. De beperkingen zijn nodig om het archief wettelijk toegankelijk te maken, terwijl het papieren archief vanaf 2 januari onder dezelfde voorwaarden toegankelijk blijft.
Minister Eppo Bruins: “Deze oplossing is niet perfect, maar ik wil het voor nabestaanden en onderzoekers makkelijker maken. De mogelijkheden zijn beperkt, maar ik kijk naar meer verstrekkingen in het land. Dit archief is belangrijk voor historisch onderzoek en voor mensen die informatie zoeken over hun familie.”
Vanaf 2 januari 2025 zal een deel van de dossiers beschikbaar zijn via de website Oorlog voor de Rechter. De AP waarschuwt echter dat open toegang tot deze gegevens kan leiden tot schending van privacy van nog levende personen.
Impact op archiefsector
De zorgen van de AP hebben gevolgen voor toegang tot archieven. Persoonsgegevens zijn vaak aanwezig in archieven, wat de beschikbaarheid bemoeilijkt. De rijksarchivaris wijst op de impact van privacyregelgeving op archieven. Minister Bruins wil met een wijziging in de Archiefwet de balans tussen openheid en privacy verbeteren. Daarmee wil hij de digitale toegankelijkheid van archieven, waaronder het CABR, mogelijk maken.
Het CABR is het meest geraadpleegde archief over de Tweede Wereldoorlog in Nederland, met dossiers van mensen die na de oorlog verdacht werden van collaboratie. Voorheen konden onderzoekers en nabestaanden alleen op naam dossiers opvragen in het papieren archief. Dankzij digitalisering wordt het archief gemakkelijker toegankelijk, waardoor onderzoek op nieuwe manieren gedaan kan worden. Bovendien biedt de website oorlogvoorderechter.nl extra context bij de dossiers.