Nieuwe gemeentelijke monitor sociaal domein van CBS
Gemeenten kunnen nu beter hun beleid onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) baseren op verbeterde cijfers. De nieuwe Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein (GMSD) van het CBS heeft een betere verwerkingsmethode waardoor gemeenten nu makkelijker kunnen vergelijken met soortgelijke gemeenten, zegt projectleider Imke Zoetelief.
Ondersteuning van inwoners
De GMSD bestaat sinds de invoering van de Wmo in 2015, toen gemeenten verantwoordelijk werden voor de maatschappelijke ondersteuning. Het ministerie van VWS en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben het CBS gevraagd om deze monitor elk halfjaar bij te werken. Door de nieuwe monitor kunnen gemeenten zien hoeveel en welke ondersteuning zij bieden. De gegevens zijn nu aangevuld tot de eerste zes maanden van 2024.
Compliment voor gemeenten
Deze keer hebben meer gemeenten dan ooit meegedaan: 336 van de 342. Zoetelief noemt dit een compliment voor zowel de gemeenten als de VNG, die hen stimuleert om deel te nemen. Door de nieuwe verwerking zijn de gegevens betrouwbaarder. Het doel is gemeenten beter inzicht te geven in hoe de Wmo werkt in hun omgeving.
Consistente tijdreeks
Zoetelief legt uit dat nu voor de verschillende jaren dezelfde maatstaven worden gebruikt. Eerdere verbeteringen maakten de cijfers minder goed vergelijkbaar, maar nu is de methode met terugwerkende kracht aangepast. Hierdoor krijgen gemeenten een consistent beeld van 2017 tot en met de eerste helft van 2024.
Maatwerkvoorziening
Een belangrijk voorbeeld betreft de cliëntgegevens. Voorheen werden ook onbekende nummers geteld, zoals die van cliënten waarvan de gemeente het burgerservicenummer niet heeft. Dankzij de verbeteringen worden deze nu niet meer geteld, wat zorgt voor een nauwkeuriger beeld. Ook zijn overleden cliënten niet meer in de data opgenomen.
Dubbeltellingen herkennen
Met de nieuwe technologie kan het CBS makkelijker dubbele tellingen in de gegevens herkennen, waardoor er nu een beter beeld is van het aantal maatwerkvoorzieningen per cliënt. Deze aanpassing geeft een nog nauwkeuriger overzicht van de situatie zoals die werkelijk is.
Leren van elkaar
Brenda de Zeeuw van de VNG benadrukt het belang van leren van elkaar. Gemeenten kunnen elkaars cijfers bekijken en vergelijken. Dit helpt gemeenteraadsleden om beter te begrijpen hoe het gaat met de uitvoering van de Wmo. Het ministerie van VWS wil ook de voortgang monitoren.
Kwalitatief beter
De VNG vindt het belangrijk dat de cijfers nu van hoge kwaliteit zijn. De Zeeuw zegt dat sommige eerdere cijfers opnieuw zijn berekend en dat dit kleine verschillen kan opleveren per gemeente en jaar. Gemeenten worden geïnformeerd over deze updates zodat ze indien nodig hun beleidsdocumenten kunnen aanpassen. Het is belangrijk dat ze weten dat ze niet op basis van foutieve cijfers hebben gewerkt, maar dat de data nu betrouwbaarder zijn.
Vergelijken met andere gemeenten
De gemeente Sittard-Geleen gebruikt de monitor om haar prestaties te volgen. Controller Romana Verstraeten legt uit dat ze de Wmo-ontwikkelingen willen vergelijken met wat er is gepland en met andere gemeenten van vergelijkbare grootte. Door dashboards kunnen ze de data beter analyseren.
Koers
Verstraeten verwijst naar het Wmo voorspelmodel, beschikbaar op Waarstaatjegemeente.nl. Dit model geeft een overzicht van Wmo-gebruik sinds 2019 en voorspellingen tot 2028. Verschillende afdelingen in Sittard-Geleen bekijken samen de gegevens om te bepalen welke richting het beleid op moet gaan.