Kinderen voelen zich vaak opgelucht als ze kunnen praten over iets vervelends dat ze geheim hebben gehouden. Pieter Melsen, schrijver en zedenrechercheur, heeft een kinderboek gemaakt dat dit onderwerp behandelt. ‘Gemiddeld hebben twee kinderen per klas ervaring met seksueel misbruik. Deze kinderen dragen hun zware geheim vaak jarenlang alleen.
Op een ochtend voor groep 5 houdt Melsen zijn boek Sam en het niet-leuke geheim. vast. Hij vertelt: ‘Sam zit met zijn geheim en lijkt gelukkig, maar dat is hij niet. Wanneer hij iemand vindt om zijn geheim mee te delen, voelt hij een grote opluchting.’
Vraagt hij de klas: ‘Hoe voelde Sam zich voordat hij zijn geheim vertelde?’ Een leerling antwoordt: ‘Eenzaam.’ Melsen vraagt: ‘En nu, hoe voelt hij zich nu?’ De kinderen zuchten van opluchting.
Sam en het niet-leuke geheim gaat over hoe je omgaat met je geheim en wat je kunt doen. Het verhaal sluit aan bij de ervaringen die Melsen is tegengekomen bij kinderen, over mishandeling of misbruik zoals huiselijk geweld.
(Niet-)leuke geheimpjes
Melsen legt uit wat leuke en niet-leuke geheimen zijn. Hij vraagt de kinderen om op te schrijven aan wie ze iets zouden vertellen, ook al hebben ze nu geen geheim. Dat kan bijvoorbeeld de juf of een ander familielid zijn.
Geheimhouding is belangrijk
Hij legt uit dat het soms beter is om een geheim aan een andere volwassene te vertellen. ‘Bij kinderen is de druk om geheim te houden vaak groter dan het daadwerkelijk misbruik. Misbruikers zeggen vaak dat kinderen het geheim voor zichzelf moeten houden, omdat anders de volwassene kwaad wordt. Als kinderen weten dat ze met anderen kunnen praten, zullen ze sneller hulp zoeken.’
Praten in een veilige plek
Melsen spreekt met kinderen in een kindvriendelijke kamer als er een klacht is. Het is ingericht als een woonkamer, met tapijten en speelgoedspeelstukken zodat kinderen zich op hun gemak voelen. Dit helpt om openhartiger te zijn over hun ervaringen.
Jouw verhaal delen
Hij blijft neutraal en vraagt: “Wat wil je me vertellen? Vertel eens verder.” Dit helpt kinderen om hun verhaal op een veilige manier te delen. Hun verklaring gaat vervolgens naar het Openbaar Ministerie, dat beslist of er een zaak is.
Verrassende verhalen
Melsen vertelt ook dat kinderen soms ongemerkt heel gedetailleerd over misbruik vertellen. Ze gebruiken onverwachte woorden en tonen vaak emoties die niet passen bij hun verhaal. Dit kan aangeven dat ze nog niet helemaal begrijpen wat ze meemaken.
Een luchtige manier van delen
Na het lezen van het boek delen leerlingen soms onschuldige geheimen, zoals iets wat ze verkeerd hebben gedaan. Dit helpt hen ook om te leren om te praten over ernstigere zaken. Het boek geeft hen de moed om met hun geheimen naar buiten te komen.
Melsen heeft samen met psycholoog Iva Bicanic ook een tweede boek geschreven: Charlie. Dit boek legt eenvoudig uit wat “aanraken” betekent en wat kinderen kunnen doen als ze dat niet willen. Het kan ook steun bieden aan kinderen die misbruik hebben meegemaakt.
Van 18 tot 24 november is het de Week tegen kindermishandeling. De gemeente Rotterdam zet zich in om kindermishandeling te voorkomen en biedt lessen en voorlichting in de wijken. Voor meer info kunt u kijken op de pagina kindermishandeling of Week tegen kindermishandeling.