Logo
Current Flag
Gemeente Amsterdam
Waarom de allereerste brug van Amsterdam ook wel Moffenbrug werd genoemd
Bron publicatie: 5 maart 2025

Waarom de allereerste brug van Amsterdam ook wel Moffenbrug werd genoemd

In 17e-eeuws Amsterdam werd een kakofonie aan talen gesproken, maar wie goed luisterde, hoorde opvallend vaak Duits. Niet zo gek, want de Duitsers vormden de grootste groep migranten. Ze sjouwden stenen op bouwplaatsen, preekten in hun eigen kerken en bakten het brood dat de Amsterdammers aten. Maar hoe kwamen ze hier en wat lieten ze achter?

Vanaf het begin van de 17e eeuw stroomden Duitsers in groten getale naar Amsterdam. Ze kwamen uit verschillende delen van het Heilige Roomse Rijk, maar vooral uit het Noordwesten en het Münsterland. Sommigen trokken met karren vol Keulse potten met groente, vlees en eieren door de stad. De vrouwen die dat deden waren zogenoemde ‘pottentrienen’. Andere Duitsers kwamen als ‘hannekemaaiers’, seizoensarbeiders die grasmaaiden, maar bleven hangen in de stad als bouwvakker of matroos. Zij werden ook weleens ‘grasmof’ genoemd. En dan waren er de ‘moffinnen’, Duitse dienstmeisjes. Het woord ‘mof’ had toen al niet zon fijne betekenis.

De lutherse kerk

Met de Duitse (en Scandinavische) immigranten kwam ook het lutherse geloof naar Amsterdam. Dat groeide snel en in de 18e eeuw was een zesde van alle inwoners van de stad luthers. Met rond 20.000 leden was de lutherse gemeente de grootste in de protestantse wereld. Hoewel de gemeente in eerste instantie slechts gedoogd werd als een van de vele kerken in Amsterdam, had ze door haar invloedrijke leden een prominente status. Er waren bijvoorbeeld openlijke erediensten in monumentale kerkgebouwen, in tegenstelling tot de geheime diensten van katholieken en doopsgezinden.

Duitse invloed

De Duitse gemeenschap was zo groot en invloedrijk dat het calvinistische stadsbestuur in 1631, ondanks de eigen strenge religieuze opvattingen, toestemming gaf voor de bouw van een lutherse kerk aan het Spui. In 1671 volgde de Ronde Lutherse Kerk aan het Singel. Daar klonken decennialang Duitse preken, totdat de jongere generaties liever gewoon Nederlands spraken.

Lutherse gemeente in Weesp

Overigens trokken de lutherse Duitsers niet alleen naar Amsterdam. Ze vestigden zich al in 1642 ook in Weesp, vluchtend voor de Dertigjarige Oorlog. In 1643 werd een predikant uit Wiesbaden aangetrokken om hen te leiden. De calvinisten in Weesp verzetten zich tegen de lutherse gemeente. Daar mochten ze hun godsdienst niet in het openbaar uitoefenen. Pas in 1645 konden ze voor het eerst het Heilig Avondmaal vieren in een gehuurd gebouw. Dankzij tussenkomst van de lutherse graaf van Oost-Friesland en stadhouder Frederik Hendrik kregen ze in 1647 toestemming voor erediensten. En uiteindelijk kwam er ook in Weesp een lutherse kerk, aan de Nieuwstad 36. Inmiddels zit er een tandartspraktijk, maar het oude Strümphe-orgel is bewaard gebleven.

Onmisbaar

De invloed van de Duitse immigranten ging verder dan alleen religie. Ze waren onmisbaar in de economie en deden de klusjes waar Amsterdammers zelf geen zin in hadden. In de 17e eeuw bestond 49 procent van de Amsterdamse opperlieden, de mannen die de hele dag stenen sjouwden voor metselaars, uit Duitsers. In het droogscheerdersvak, belangrijk voor de lakenindustrie, was dat zelfs meer dan de helft. En wie in de 19e eeuw brood at in Amsterdam, had dat vrijwel zeker te danken aan een Duitse bakker. Zo komen we trouwens ook aan onze kerstbomentraditie. Lees Hoe de ‘Weihnachtsbaum’ in Amsterdam belandde.

Van arbeider tot grootwinkelier

Hoewel veel Duitse migranten in de zwaarste beroepen werkten, behoorden velen ook tot de bovenlaag van de Amsterdamse samenleving. Zo waren er Duitse artsen en drukkers, maar ook hoedenmakers en marskramers. Die laatste groep groeide uit tot kleermakers en later tot grootwinkeliers. Dat zie je terug door heel Nederland. Denk bijvoorbeeld aan de Duitse namen Brenninkmeijer (C&A, uit Sneek) en Dreesmann (uit Amsterdam). Deze families hadden in het Duitsland van Bismarck weinig kansen en vonden uiteindelijk in Nederland een vruchtbare bodem voor hun ondernemerschap. Al vluchtte de oprichter van V&D, Anton Caspar Rudolph Dreesmann, naar Amsterdam om de driejarige dienstplicht van Pruisen te ontlopen.

Taal en integratie

Ondanks hun sterke aanwezigheid integreerden Duitsers verrassend snel. Ze trouwden al vroeg met geboren Amsterdammers en hun taal versmolt met het lokale dialect. Hoewel het Amsterdams al een gemeenschappelijke oorsprong had met het Duits, is het waarschijnlijk dat de vele Duitse migranten bijdroegen aan kenmerken zoals de uitspraak ‘f’ in plaats van ‘v’ (feertig in plaats van veertig). Ook woorden als ‘gaarkeuken’ (van het Duitse Garkoch, voor de kok van een eetkraam op straat) en ‘oproer’ (Aufruhr) komen oorspronkelijk uit het Duits en vonden hun weg naar het Nederlands.

Moffenbrug

De lutherse Duitsers kwamen in golven, vestigden zich, werkten zich omhoog en lieten een onuitwisbaar stempel achter op Amsterdam, en dus ook andere delen van Nederland. Zo staat de Ronde Lutherse Kerk er nog steeds, al is het nu een conferentiezaal van het Renaissance Amsterdam Hotel. En werd de Oudebrug (de eerste brug van Amsterdam) ooit de ‘Moffenbrug’ of ‘Moffenbeurs’ genoemd, omdat de schepen die er afmeerden Duitse seizoensarbeiders afzetten. Zij bouwden de stad stukje bij beetje op. De brug is overigens in 1883 gesloopt.

Beeld: Stadsarchief Amsterdam

Deel dit artikel
Bron laatst geupdate: 5 maart 2025
Openrijk publicatie: 5 maart 2025
Bron: Gemeente Amsterdam