Vanaf 2025 zet de luchtvaartautoriteit van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT-Luchtvaartautoriteit) dronedetectieapparatuur in om vluchten met drones te controleren. De systemen helpen bij het naleven van vluchtplannen van dronebestuurders met vergunningen voor risicovolle vluchten en geven inzicht in het gedrag van zowel professionele als recreatieve piloten. Dit versterkt de veiligheid in risicogebieden.
Inzet in risicovolle gebieden
De ILT-Luchtvaartautoriteit heeft mobiele en semipermanente detectiesystemen die in heel Nederland worden ingezet, met focus op gebieden met verhoogd risico. Dit zijn bijvoorbeeld gecontroleerde luchtruimgebieden of locaties met grote evenementen.
Gebruik van Remote ID
Het mobiele systeem toont welke drones in de lucht zijn, hun routes en de locatie van de bestuurder. Het maakt gebruik van Remote ID, dat continu een signaal uitzendt met identificatie-informatie. Andere technieken worden ook ingezet voor detectie. Als een drone geen Remote ID uitzendt, is dat zichtbaar, wat het aanspreken van overtredingen vergemakkelijkt. Het bereik van de systemen varieert van 2 tot 10 kilometer, afhankelijk van de omgeving.
Monitoring van locaties met extra risico
Het semipermanente systeem wordt gebruikt voor langdurige monitoring van locaties waar vliegen met drones beperkt is of een vergunning vereist, zoals nabij luchthavens of vitale infrastructuur. Dit biedt inzicht in droneactiviteiten en helpt potentiële risico’s te identificeren.
Toezicht van de ILT-Luchtvaartautoriteit
De ILT-Luchtvaartautoriteit houdt toezicht op dronevluchten met hoger risico (categorie specifiek), zoals vluchten met zware drones, nabij grote groepen mensen, in stedelijke gebieden of bij vliegvelden. Ook vluchten buiten het zicht van de bestuurder en vluchten met het laten vallen van ladingen, zoals gewasbesproeiing, vallen hieronder. Voor deze vluchten is een vergunning van de ILT-Luchtvaartautoriteit nodig.