De Europese Commissie heeft de Wereldhandelsorganisatie (WTO) om raadpleging gevraagd om oneerlijke handelspraktijken van China op het gebied van intellectuele eigendom aan te pakken.
China heeft zijn rechtbanken gemachtigd om wereldwijde royaltytarieven voor EU-standaard essentiële patenten vast te stellen zonder toestemming van de octrooihouder. Dit zet Europese hightechbedrijven onder druk om hun tarieven wereldwijd te verlagen, waardoor Chinese fabrikanten oneerlijk toegang krijgen tot deze technologieën.
Het interfereert onterecht met de bevoegdheden van EU-rechtbanken voor Europese octrooikwesties. De EU-Commissie vindt dat deze praktijken in strijd zijn met de WTO-overeenkomst over handelsaspecten van intellectuele eigendomsrechten (TRIPS).
Omdat er geen bevredigende oplossing van China komt, moet de EU raadplegingen aanvragen als eerste stap in deze geschillenbeslechtingsprocedure bij de WTO. Het doel is om ervoor te zorgen dat haar hightechindustrieën, vooral in de telecomsector, effectief hun octrooirechten kunnen uitoefenen en hun investeringen in innovatie kunnen beschermen.
Volgende stappen
De door de EU aangevraagde geschillenbeslechtingsraadplegingen zijn de eerste stap in WTO-procedures. Leveren zij binnen 60 dagen geen bevredigende oplossing op, dan kan de EU de geschillencommissie vragen een panel in te stellen om de zaak te beoordelen.
Achtergrond
Deze zaak betreft standaard essentiële patenten, die technologieën beschermen die essentieel zijn voor de vervaardiging van goederen volgens een norm, zoals 5G voor mobiele telefoons. Europese bedrijven bezitten veel van dergelijke hightechpatenten, vooral in de telecomsector, wat hen een technologische voorsprong geeft. Door wereldwijde royaltytarieven voor dergelijke patenten vast te stellen, probeert China EU-bedrijven te dwingen Chinese fabrikanten goedkoper toegang te geven tot die Europese technologie.
De praktijk van Chinese rechtbanken om wereldwijde royaltytarieven vast te stellen voor standaard essentiële patenten houdt verband met een ander geschil, dat van anti-suit injunctions, dat ook door de EU bij de WTO wordt aangevochten. De WTO-commissie die in die zaak (DS 611) is ingesteld, verwacht in het eerste kwartaal van 2025 een rapport uit te brengen.
Meer informatie