Het KNMI-klimaatdashboard toont nu ook de verandering in temperatuurextremen. Zoals het aantal vorstdagen of de laagste temperatuur per jaar. De opwarming van de aarde gaat gepaard met een snelle afname in koude extremen in de winter en een toename van warme extremen in de zomer. Zo warmt de koudste dag per jaar bijna twee keer zo hard op als de gemiddelde temperatuur.
KNMI-klimaatdashboard
Op het KNMI-klimaatdashboard kun je zien hoe het klimaat in Nederland verandert. Je ziet er de verandering in temperatuur, neerslag, droogte, wind, mist, zonnestraling, en zeespiegel. De meeste metingen gaan terug tot begin vorige eeuw. In één oogopslag zie je hoe sindsdien de gemeten waardes zijn veranderd.
Toonden we eerst alleen gemiddelde waardes, bijvoorbeeld de gemiddelde wintertemperatuur, vanaf nu zijn ook veranderingen in temperatuurextremen in beeld gebracht. Een voorbeeld is te zien in afbeelding 1 van de laagste minimumtemperatuur per winter gemeten in De Bilt sinds 1901.
Koudste dag warmt snel op
In afbeelding 1 zijn hele grote variaties te zien in de koudste dag van de winter. Het koudst werd het in 1942, maar liefst -24,7 ℃. Maar in de winter van 2014 kwam de temperatuur niet onder -3,1 ℃, meer dan 20 graden verschil! De grijze band is een maat voor de jaar –op-jaar variaties. Slechts eens in de 10 jaar komt de koudste dag buiten de band.
De blauwe trendlijn laat zien dat de koudste dag van de winter sinds de jaren zeventig gemiddeld aan het opwarmen is, van -11,9 ℃ in 1970 tot -9,1 ℃ rond 2010. Dat is een opwarming van +2,8 ℃ in veertig jaar tijd, 0,7 graad per tien jaar. Dat is bijna twee keer zo snel als de gemiddelde wintertemperatuur. Die steeg in dezelfde periode met gemiddeld ruim 0,4 graad per 10 jaar (van 2,4℃ naar 4,1℃).