Het ministerie van Klimaat en Groene Groei heeft het Planbureau voor de Leefomgeving gevraagd om advies over de te verwachten kosten voor elektriciteitsproductie van waterkracht, windenergie en zon-pv binnen de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) voor toepassing vanaf 2025. Het PBL kreeg daarbij steun van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO).
De minister van Klimaat en Groene Groei besluit over de openstelling van de nieuwe SCE-regeling, de te openen categorieën en de bijbehorende basisbedragen. Nadere informatie over de SCE is te vinden op de website van het PBL. Meer informatie over het aanvragen onder de SCE-regeling is te vinden op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Rekenmethode
De SCE is een regeling die subsidie toekent aan geproduceerde hernieuwbare energiedragers. De subsidie is gelijk aan de onrendabele top van technologieën na aftrek van de inkomsten die energiecoöperaties ontvangen uit de verkoop van elektriciteit, gas of warmte op de markt. Zon-pv, windenergie en waterkracht zijn onderdeel van de SCE-regeling.
De berekeningswijze van de basisbedragen is gebaseerd op de onrendabele-topmodellen die voor de SDE++ gebruikt worden, maar er zijn specifieke aannames gemaakt voor referentiesystemen in de SCE met bijbehorende technische en economische karakteristieken. In dit advies bespreken we eerst de financieringsparameters en vervolgens de kostenparameters van de relevante SCE-technieken voor zon-pv, windenergie en waterkracht.
Marktconsultatie
De SCE richt zich op lokale initiatieven van energiecoöperaties. Voor dit advies is ook gebruik gemaakt van informatie uit een marktconsultatie. Het PBL heeft de vragen uit de marktconsultatie geaggregeerd en geanonimiseerd in dit rapport opgenomen en voorzien van een antwoord.