Logo
Current Flag
Gemeente Amsterdam
Deze Amsterdammer boorde een gat in zijn hoofd
Bron publicatie: 1 april 25

Deze Amsterdammer boorde een gat in zijn hoofd

Op 6 januari 1965 klonk in een woning aan de Herenstraat in Amsterdam het geluid van een boor. De Amsterdamse medicijnstudent Bart Huges voerde een gevaarlijk experiment uit. Hij boorde een klein gat in zijn schedel, in de overtuiging dat dit zou leiden tot een verhoogd bewustzijn.

De Amsterdamse fotograaf Cor Jaring (1936-2013) legde het moment vast. Zijn foto’s werden wereldberoemd en belandden in archieven over de turbulente jaren 60 in Amsterdam. Het was een tijd van experimentele ideeën, de Provo’s en creatieve rebellie.

Een radicale theorie

Huges geloofde dat ‘trepanatie’, het boren van een gaatje in de schedel, de bloedtoevoer naar de hersenen zou verbeteren en zo een permanente staat van geestelijke verruiming zou veroorzaken. Mogelijk kwam hij door zijn studie medicijnen op dit idee.

De denkbeelden van Huges werden afgekeurd in de medische wereld. Mede daarom besloot hij de boring zelf te doen. Hij deed het met een tandartsboor, zittend op de grond in zijn witte onderbroek met een verband om zijn hoofd. De foto’s zijn schokkend: een magere, bijna naakte jonge man die een gat in zijn voorhoofd boort met daaromheen veel bloed.

Na zijn ingreep werd hij korte tijd opgenomen in het Wilhelmina Gasthuis voor observatie, maar al snel weer vrijgelaten.

Amsterdam in de jaren 60

Halverwege de jaren 60 begon in Amsterdam een culturele revolutie. Na de Tweede Wereldoorlog volgde de wederopbouw en werd de hiërarchische vooroorlogse maatschappij voortgezet. Nederland was gezagsgetrouw, gedisciplineerd en burgerlijk. Maar naarmate de welvaart toenam, wilde de jeugd meer vrijheid. In Amsterdam ontstonden 2 jeugdculturen: de Pleiners en de Dijkers. De Pleiners kwamen samen op het Leidseplein en waren artistiek. De Dijkers hingen rond op de Nieuwendijk en waren stoer.

Bart Huges hoorde bij de artistieke Pleiners. Zij experimenteerden met drugs als LSD en hasj om hun bewustzijn te verruimen. Huges gebruikte al in 1958 voor het eerst LSD, dat onder andere hallucinaties opwekt.

Stadsoorlog

Cultuur, levensstijl en politiek liepen in deze tijd naadloos in elkaar over. Naast de Pleiners en Dijkers ontstond een andere stroming. Deze was meer politiek en anarchistisch en mondde onder andere uit in Provo: een beweging die de regenteske Amsterdamse politiek provoceerde. Met hun vaak ludieke acties wisten zij veel aandacht te trekken. De spanningen liepen zo hoog op dat burgemeester Gijs van Hall in 1967 moest aftreden. Er waren zo veel rellen in de stad, en de politie trad daartegen zo hardhandig op, dat hij door het Rijk gedwongen werd op te stappen.

Tussen 1965 en 1985 was er sprake van een twintigjarige stadsoorlog tussen de tegenbeweging en het stadsbestuur. Wat klein begon, mondde uit in een maatschappelijke revolutie waarbij de oude ‘regenten’ werden opgevolgd door een hippe generatie. Critici vonden dat zij zelf ook weer regenten werden, maar dan met een hippe uitstraling.

Revolutie

Amsterdam werd het epicentrum van de culturele revolutie in Nederland. Krakers, hasj en coffeeshops, opstandigheid tegen de gemeente, hippies, vrije seks en popmuziek bepaalden het imago. Mensen experimenteerden met alternatieve levenswijzen. Er was enerzijds veel vrijheid, maar anderzijds heerste de ‘tirannie van de vrijheid’. Je mócht niet burgerlijk zijn.

Typerend voor de jaren 60

Hoewel Huges’ theorieën niet door wetenschappers zijn erkend, bleef hij tot aan zijn overlijden in 2004 vasthouden aan zijn overtuigingen. Hij studeerde medicijnen, maar maakte zijn studie niet af. Hij werkte als documentalist bij het Koninklijk Instituut voor de Tropen. Huges werd begraven op Zorgvlied.

Zijn experiment is typerend voor het Amsterdam van de jaren 60. Een voorbeeld van de creatieve, en vaak ook radicale geest van de stad in die bepalende periode. Een gevolg van die tijd zijn de vele coffeeshops in de stad en het ingeburgerde drugsgebruik. Het ‘magies centrum’ werd tolerant voor het afwijkende.

Meer weten

De foto’s van Cor Jaring zijn terug te vinden in verschillende Amsterdamse archieven en musea, waaronder het Stadsarchief Amsterdam en Huis Marseille.

Schedeltrepanatie of schedelboring werd in oude prehistorische culturen toegepast bij mensen die als krankzinnig werden beschouwd. In deze culturen werd gedacht dat krankzinnigheid werd veroorzaakt door een kwade geest in iemands hoofd. Door een gat in de schedel te boren, kon de geest het hoofd verlaten.

Fotos Rokin en Spui: Stadsarchief Amsterdam

Deel dit artikel
Bron laatst geupdate: 1 april 25
Openrijk publicatie: 1 april 25
Bron: Gemeente Amsterdam