Iris Briels is archeoloog. Vroeger stond ze zelf – letterlijk – met haar voeten in de klei. Maar tegenwoordig zit ze achter een bureau. Voordat er een schop de grond in gaat, bepaalt zij of dat überhaupt mag en nodig is. Waarom maakte ze deze switch en wat maakt haar werk nog steeds zo boeiend?
‘Ik werkte jarenlang als veldarcheoloog, toen nog niet voor de gemeente, en genoot van het buiten zijn. Jammer genoeg kreeg ik rugproblemen van het zware werk’, begint Briels. ‘Ik was vaak wekenlang aan het graven en met de hand diep in de klei aan het boren. Omdat mijn lichaam op de rem trapte, zocht ik wat anders in de archeologie. Dit vak is namelijk veel te leuk om zomaar op te geven.’
‘Toen ik een vacature zag als beleidsarcheoloog bij de gemeente Rotterdam, greep ik mijn kans. Misschien klinkt dit werk minder spannend dan het buiten zoeken naar eeuwenoude vondsten. Maar dit bureauwerk is juist heel interessant én belangrijk. Ik bekijk oude kaarten en bodemgegevens zodat ik kan inschatten waar archeologen het beste kunnen graven.’
Archeologie begint achter een bureau
‘Veel mensen denken dat archeologie begint met een schep of een boor in de grond. Maar eigenlijk start het hele proces vanachter een bureau. Iedereen die in de grond van Rotterdam wil graven, moet een vergunning hebben van de gemeente. Of het nu een bewoner is die een zwembad wil aanleggen in zijn tuin, een bedrijf dat leidingen in de grond wil vervangen, of dat het gaat om een groot nieuwbouwproject. Als beleidsarcheoloog word ik erbij betrokken. Ik bepaal niet of iemand een vergunning krijgt, maar wel of er eerst archeologisch onderzoek nodig is.’
RottaNova
‘Een goed voorbeeld is toen naast de Markthal de nieuwe woontoren RottaNova moest komen. Daar lag ooit de oudste bebouwing en haven van Rotterdam. Een historische plek natuurlijk. De kans was groot dat er nog waardevolle vondsten in de grond lagen. Op basis van bijvoorbeeld een oude kaart met daarop de haven en oude bebouwing, hebben collega’s en ik besloten dat er eerst onderzoek moest komen.’
Sporen uit het verleden
‘Omdat de archeologische vondsten niet in de bodem konden blijven zitten vanwege de bouw, trokken veldarcheologen eropuit om de bodem te onderzoeken. Eerst met een boor en later met scheppen. Naast allerlei voorwerpen vonden ze resten van de oudste haven van Rotterdam. En ook van vier Middeleeuwse sluizen: de Zevenhuizersluis, Bleiswijksesluis, de houten sluis onder de nauwe Kerkstraat en de Keizerinnesluis.’
Beerput onder het postkantoor
‘Alle vondsten die we opgraven, bewaren en onderzoeken we. Ze vertellen ons verhalen over het verleden van Rotterdam. Ze laten zien hoe mensen hier honderden of zelfs duizenden jaren geleden leefden. In Rotterdam liggen bijvoorbeeld ook eeuwenoude beerputten. Nee niet voor beren, haha. Beer is een ander woord voor gier of drek. In de Middeleeuwen hadden mensen nog geen toiletten en riolering. Ze groeven destijds putten onder het huis of in de tuin. Daar werden uitwerpselen in opgevangen en er werd afval in weggegooid. Onder het te verbouwen postkantoor op de Coolsingel was ook zo’n beerput. Daar vonden veldarcheologen laatst een houten deur van een paar honderd jaar oud. Deze was gebruikt als wand van de beerput.’
Nuttig voor iedereen
Veldarcheologen zijn soms dagen of weken bezig met boren en graven. ‘Mijn voorbereidende werk is daarbij heel nuttig. Ik kan vertellen op welke plekken ze vondsten kunnen verwachten en waar zij dus moeten graven. Dat voorkomt onnodig werk. Voor archeologisch materiaal is het beter als het in de grond kan blijven. We graven het alleen op als het anders verloren zou gaan vanwege bouwactiviteiten. Dus hoe nauwkeuriger je van tevoren kunt bepalen waar het kan blijven liggen en waar het door de bouw echt bedreigd wordt, hoe beter. Soms kijken we zelfs met degene die de vergunning aanvraagt of het mogelijk is de bouwplannen een klein beetje aan te passen.’
Lesgeven en stadswandelingen
Mist Briels het buiten werken wel eens? ‘Als het lekker weer is, zeker! Je graaft samen met andere collega’s en dat is heel gezellig. Maar ik vind het ook leuk om aan de voorkant van de archeologie te zitten. Nu heb ik bijvoorbeeld de mogelijkheid om anderen over het vak te vertellen. Ik geef soms archeologielessen op basisscholen. Ook geven mijn collega’s en ik stadswandelingen op bijzondere dagen, zoals tijdens de Nationale Archeologiedagen. Mensen zeggen wel eens tegen mij dat ze door zo’n stadwandeling anders naar plekken gaan kijken. Leuk toch?’
Bent u geïnspireerd geraakt door dit verhaal en weten welke vacatures er zijn bij de gemeente Rotterdam? Kijk dan op www.werkenvoorrotterdam.nl . Link opent een externe pagina.