Minister Heinen is positief over de verbetering van de overheidsfinanciën, maar wijst er ook op dat we ons niet rijk moeten rekenen. “Onze uitgangspositie is goed. Tegelijkertijd ligt er nog een opgave voor ons. We kunnen daarbij niet blijven rekenen op meevallers”, aldus Heinen.

Onderuitputting deels ingevuld

De afgelopen jaren gaven ministeries veelvuldig minder geld uit dan oorspronkelijk begroot (onderuitputting). Dit kwam onder andere doordat projecten niet door konden gaan wegens de krappe arbeidsmarkt. Daarom is in de begroting voor 2025 rekening gehouden met € 4,1 miljard in=uit-taakstelling vanwege doorgeschoven uitgaven en € 3 miljard aanvullende onderuitputting. Tot en met de Najaarsnota is daarvan € 2,5 miljard gerealiseerd. Er staat dus nog een opgave van € 4,6 miljard open, die bij het Financieel Jaarverslag van het Rijk ingevuld moet zijn.

Bij de Miljoenennota en Voorjaarsnota 2025 zijn op diverse begrotingen plannen in een realistischer tijdspad gezet. Mede daardoor zien we dat de overheid beter in staat is om geplande uitgaven te voltooien.

Tekort en schuld

De raming van het begrotingstekort (EMU-saldo) van 1,8% van het bbp is een verbetering van 0,3% ten opzichte van de stand uit de Miljoenennota 2026. Dit komt met name door hogere belastinginkomsten. De staatsschuld daalt met 0,9% naar 44,2% van het bbp. Op Verantwoordingsdag (de derde woensdag van mei) worden de definitieve cijfers bekend in het Financieel Jaarverslag van het Rijk.