Goedemiddag, iedereen. Nauwe coördinatie met de lidstaten is essentieel terwijl we door een steeds uitdagender wereldwijde handelsomgeving navigeren.
Ik ben dankbaar voor de productieve discussie van vandaag over drie belangrijke onderwerpen: onze betrokkenheid met de Verenigde Staten, lopende handelsbesprekingen en economische veiligheid.
Laten we beginnen met de handelsrelatie tussen de EU en de VS:
Vanaf het begin hebben we ons gefocust op het bereiken van een wederzijds voordelige oplossing voor de tarieven.
Het is bemoedigend dat we actief deelnemen op zowel deskundig als politiek niveau.
Gisteren had ik een constructief gesprek met Minister van Handel Howard Lutnick over potentiële gebieden voor een overeenkomst. Ik sta ook in nauw contact met ambassadeur Jamieson Greer, die ik hoop in Europa te ontmoeten.
Mijn uitgangspunt is eenvoudig: de EU en de VS delen een unieke handels- en investeringsband en staan voor dezelfde uitdagingen, dus gezamenlijke oplossingen zijn logisch.
We bekijken dit vanuit elke hoek om een eerlijke, evenwichtige en duurzame uitkomst te verzekeren, met als doel een allesomvattende deal die de volledige reikwijdte van de Amerikaanse tarieven aanpakt.
De omvang van onze relatie maakt deze onderhandelingen uniek. Dus, wat we ook ondertekenen, moet de huidige situatie oplossen en ook voordelen op de lange termijn bieden.
We hebben duidelijk gemaakt dat tegenmaatregelen niet onze eerste keuze zijn.
We consulteren momenteel belanghebbenden over een lijst met herverdelingsmaatregelen. We verzamelen input, analyseren grondig en handelen voorzichtig – niets is automatisch.
Alle herverdelingsmaatregelen die in overweging worden genomen, zijn uitsluitend bedoeld om het speelveld gelijk te maken als we geen overeenkomst bereiken – het huidige onevenwicht onbepaald laten voortduren is geen optie.
Wat betreft handelsafleiding, we volgen de ontwikkelingen nauwgezet en in realtime.
We analyseren importgegevens, met bijzondere aandacht voor gevoelige producten. Het is echter nog te vroeg voor definitieve conclusies, maar we blijven waakzaam.
Over de diversificatie van onze handelsrelaties:
We richten ons op het bereiken van commercieel zinvolle overeenkomsten, afgestemd op elke partner. Ons aanbod breidt zich uit voorbij traditionele FTAs naar digitale overeenkomsten, duurzame investeringsfaciliteringsovereenkomsten en Clean Trade and Investment Partnerships.
Er is geen tijd te verliezen, want we willen nieuwe markten openen voor onze bedrijven. Door dit te doen, versterken we de positie van de EU in de wereldhandel en het op regels gebaseerde handelssysteem op de lange termijn.
In deze context heb ik met de lidstaten besproken hoe we onze interne procedures kunnen versnellen en hen aangemoedigd om verder te gaan met de uitstaande ratificatie van bestaande overeenkomsten, zoals CETA met Canada en investeringsbeschermingsovereenkomsten met Singapore en Vietnam.
Laten we de kracht van wat we al hebben niet over het hoofd zien.
De EU bezit het grootste netwerk van handelsakkoorden ter wereld – 44 FTAs met 76 landen, die 44% van onze wereldhandel dekken.
Het is een sterk bezit. Laten we het ten volle benutten.
Tot slot, over economische veiligheid:
In de huidige geopolitieke context moeten we ervoor zorgen dat onze toeleveringsketens bestand zijn tegen externe schokken – of het nu economische of politieke druk is.
Veerkracht is geen keuze meer. Het is een must. En het versterken ervan vereist nauwe samenwerking met gelijkgestemde partners, met de industrie, en bovenal met onze lidstaten.
We voeren grondige risicoanalyses uit over strategische domeinen – van toeleveringsketens tot gevoelige technologieën, kritieke infrastructuur en externe afhankelijkheden.
Dit vereist ook een frisse, kritische blik op de hulpmiddelen die we hebben. Vandaag heb ik de noodzaak benadrukt van een robuuste, ambitieuze herziening van de Verordening screening van buitenlandse directe investeringen, in het bijzonder – om onze veiligheid en openbare orde belangen te beschermen.
Om af te sluiten, wil ik de uitstekende samenwerking met het voorzitterschap, onze lidstaten en hun steun voor het werk van de Commissie waarderen.