450 miljoen burgers. 450 miljoen redenen om beter voorbereid te zijn.
De huidige dreigingen voor Europa zijn complexer dan ooit en met elkaar verbonden. Drie jaar lang hebben we in Oekraïne een strijdtoneel gezien van bommen en kogels, drones en gevechtsvliegtuigen, loopgraven en onderzeeërs.
Onze Europese veiligheid wordt hier direct door bedreigd. Het wordt ook bedreigd door andere strijdtonelen. De strijdtonelen in onze zakken — onze telefoons — en onze computers, onze energiecentrales, onze banken, onze toeleveringsketens, onze grondstoffen, en in de media die we elke dag consumeren. Dit zijn allemaal strijdtonelen die worden ingezet om onze Europese manier van leven en onze democratieën te bedreigen.
De Europese Unie heeft twee manieren om te reageren: we kunnen onze kop in het zand steken en doen alsof het niet gebeurt. Of we kunnen deze dreigingen recht in de ogen kijken en zeggen: “Dit is de realiteit. We zullen ons voorbereiden.”
Sinds het begin van mijn mandaat als Commissaris voor Voorbereiding heb ik landen hier in Europa en halverwege de wereld bezocht — Oekraïne, Polen, Italië, Frankrijk en Bangladesh. En eerder deze week bezocht ik de Haven van Antwerpen. Ik heb met eigen ogen gezien hoe verschillende landen en locaties zich voorbereiden op noodgevallen, afhankelijk van geopolitiek of hun geografische ligging.
Voorbereid zijn is voor elk land anders. Er is geen “one size fits all”. Ik heb ideeën en best practices uitgewisseld met lokale autoriteiten en experts ter plaatse. Deze uitwisselingen hebben bijgedragen aan het concreet, doelgericht en operationeel maken van deze Strategie.
In de EU moeten we anders denken omdat de dreigingen anders zijn. We moeten groter denken omdat de dreigingen groter zijn. Deze strategie doet precies dat, door 30 concrete acties op te stellen. We krijgen iedereen aan boord in elke sector — van overheden, instellingen en bedrijven tot gemeenschappen, burgers en vrijwilligers.
We hebben al sterke crisisresponstools, maar we kunnen niet langer vertrouwen op ad-hocreacties. We moeten proactiever, beter gecoördineerd, systematischer zijn, dreigingen eerder detecteren en sneller handelen. Daarom richten we een nieuw EU Crisiscoördinatiecentrum op om beter te coördineren wanneer een crisis toeslaat. Dit centrum zal voortbouwen op de expertise van ons Emergency Response Coordination Centre (ERCC) om de lidstaten beter te ondersteunen bij het beheer van de crises van vandaag.
We versterken ook ons Unie Civiele Beschermingsmechanisme (UCPM), ons beschermingsschild in tijden van nood. Het coördineert hulp, mobiliseert noodteams en levert levensreddende hulp wanneer overstromingen, bosbranden en andere rampen toeslaan. We hebben het gedaan in Spanje, Ierland, Mozambique, Mayotte, en recentelijk in Noord-Macedonië met meer dan 50 brandwondenslachtoffers van een nachtclubbrand die in EU-ziekenhuizen worden verzorgd. Wanneer we de oproep krijgen, gaan we.
Verzoeken om hulp zijn meer dan tien keer gestegen sinds de UCPM begin 2000 begon, en de verzoeken piekten tijdens COVID-19 en de oorlog in Oekraïne. We reageren niet alleen in Europa, maar over de hele wereld, en voor veel verschillende soorten crises. Vandaag de dag is onze UCPM belangrijker dan ooit, en daarom maken we het nog sterker.
In deze nieuwe Strategie versterken we ook rescEU — ons Europese vangnet. Deze strategische reserves helpen de EU om op elke noodsituatie te reageren — met brandbestrijdingsvliegtuigen, voorraden van vitale medische, energie- en transportapparatuur, en gespecialiseerde middelen tegen chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreigingen. We zullen ook een EU-brede voorraadstrategie voorstellen om toegang tot kritieke middelen in de hele EU te waarborgen. Ons rescEU versterkt onze capaciteiten en biedt teams van experts in noodsituaties.
De EU zal ook samenwerken met de lidstaten om ervoor te zorgen dat mensen essentiële voorraden hebben voor ten minste 72 uur in een crisis. We betrekken ook meer jongeren. Programmas zoals Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps zullen helpen om een nieuwe generatie op te bouwen — bewust, getraind en klaar om in een noodgeval op te treden. Jongeren hebben ook de kennis om desinformatie te herkennen. Dit alles zal onze samenlevingen sterker maken en vertrouwen in onze democratieën opbouwen.
Dit is een unieke kans voor de veiligheid van Europa. Het versterken van onze paraatheid zal hier een essentieel onderdeel van zijn. Wanneer we samen voorbereiden, zijn we samen veiliger. Nu is het tijd om aan de slag te gaan en het in actie om te zetten.