Gedeputeerde Matthijs de Vries van Provincie Fryslân: “Ik ben er trots op dat we in het Nijdjip laten zien hoe natuur, waterveiligheid én klimaat samengaan. Zo bouwen we aan een rijkere leefomgeving voor planten en dieren én een sterk Fryslân voor de toekomst.”
Dagelijks bestuurslid Monique Plantinga van Wetterskip Fryslân: “De natuurvriendelijke oevers in het Nijdjip geven een mooie invulling aan onze doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water. De flauwe oevers met riet zorgen er namelijk voor dat de waterkwaliteit verbetert. Ook kan het gebied voortaan in tijden van extreme neerslag meer water bergen.”
Meer ruimte voor waterplanten en -dieren
Langs vijf kilometer zijn natuurvriendelijke oevers aangelegd. Deze oevers lopen geleidelijk van land naar water en bieden zo een beter leefgebied voor planten en dieren. Het Nijdjip is ook een belangrijke route voor soorten zoals de otter, noordse woelmuis en de grote keizerlibel. Dankzij nieuwe moeraszones en oversteekplekken kunnen zij zich rustig en veilig verplaatsen.
Meer ruimte voor schoon water
Door de nieuwe inrichting bereikt zonlicht beter de bodem. Daardoor kunnen waterplanten zoals waterriet beter groeien. Deze planten zuiveren het water en geven dieren voedsel en schuilplekken. De nieuwe oevers zorgen voor meer ruimte voor water. Met hogere waterkeringen is het gebied beter beschermd tegen wateroverlast.
Circulair samenwerken
De hogere waterkeringen in het Nijdjip zijn gebouwd met 10.000 kubieke meter klei uit de nieuwe woonwijk Middelsee in Leeuwarden. Gemeente Leeuwarden, Wetterskip Fryslân en Provincie Fryslân maakten hiervoor samen de koppeling via de Friese werk- en denkwijze van Grip op Grond. Zo wordt vrijkomende grond dichtbij, duurzaam en slim hergebruikt. De klei is per schip vervoerd: dat zorgt voor minder verkeersoverlast én minder CO₂-uitstoot.
Het Nijdjip is onderdeel van de gebiedsontwikkeling rond De Centrale As. Het project is mogelijk gemaakt door een investering van € 583.300,- uit het Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (POP3).




