Aan het eind van de winter bereikt het Arctische zee-ijs zijn jaarlijkse maximum. Dit jaar gebeurde dat op 22 maart. Satellieten maten een oppervlakte van 14,3 miljoen vierkante kilometer ijs, de laagste waarde sinds het begin van de metingen in 1978. Is zo'n lage waarde een teken dat het noordpoolgebied al in een nieuw klimaat terecht is gekomen? Of zien we de komende jaren wellicht weer meer zee-ijs? In een net verschenen studie in Nature Scientific Reports laten we zien dat het erg afhangt van het seizoen en naar welke klimaatvariabele en gebied je kijkt in het Arctisch gebied wanneer het nieuwe klimaat zijn intrede doet.
Klimaatverandering in het noordpoolgebied
Door de toename van broeikasgassen in de atmosfeer warmt de gehele aarde op. Door lokaal versterkende processen warmt het noordpoolgebied zelfs drie tot vier keer zo snel op als de rest van de wereld. Daarmee gepaard gaan een razendsnelle terugtrekking en dunner worden van het zee-ijs, afsmelting van permafrost, en toename van neerslag (vooral regenval). Dit heeft een veelheid aan ecologische veranderingen tot gevolg, waarvoor het van groot belang is om vast te stellen of het Arctische gebied al in een nieuw, nog niet eerder ervaren, klimaat is beland.
Trends en jaar-op-jaar variaties
De langjarige veranderingen in Arctische temperatuur, neerslag (opwaarts) en zee-ijsoppervlak en -dikte (neerwaarts) zijn sterk en hangen bovendien af van de precieze locatie en het seizoen. Het Arctische gebied herbergt echter ook enorme jaar-tot-jaar fluctuaties in alle bovengenoemde klimaatvariabelen. De vraag is nu of, en zo ja wanneer, de trends buiten de variabiliteit "uitstijgen", zodat we kunnen vaststellen waar en wanneer het Arctische gebied in een nieuw klimaat is terechtgekomen (of zal terechtkomen), een klimaat dat, omdat het buiten de vroegere variaties ligt, nog niet eerder is opgetreden.