Op 18 maart heeft de Eerste Kamer een nieuwe wet goedgekeurd. Hiermee worden meer vormen van spionage strafbaar, zoals digitale en diasporaspionage. Het doel is om Nederland beter te beschermen tegen bedreigingen en spionagedreigingen van andere landen.
Minister van Justitie en Veiligheid, David van Weel, benadrukt: “Spionage komt steeds vaker voor en we moeten onze verdediging versterken. Deze wet verbetert de bescherming tegen moderne vormen van spionage en geeft een belangrijk signaal: spioneren wordt niet getolereerd. Het is goed dat deze wet nog voor de NAVO-top van kracht wordt.”
Uitgebreidere strafregels
In Nederland was klassieke spionage, zoals het verspreiden van staatsgeheimen, al strafbaar. Nu is ook het lekken van gevoelige informatie die geen staatsgeheim is of ander gedrag waarbij Nederlandse belangen worden geschaad, verboden. Spionnen in dienst van buitenlandse overheden kunnen tot acht jaar celstraf krijgen, en tot twaalf jaar in ernstige gevallen. Digitale spionage en bijkomende misdrijven voor buitenlandse staten worden nu zwaarder bestraft.
Meer dan alleen staatsgeheimen
Spionage richt zich tegenwoordig niet meer alleen op staatsgeheimen. Buitenlandse overheden azen ook op gevoelige bedrijfsinformatie of politiek gevoelige communicatie. Dergelijke informatie kan worden gebruikt om invloed te oefenen op politieke processen, de economie te beschadigen of zelfs bondgenoten tegen elkaar uit te spelen.
Behouden van openheid
Nederland blijft een open samenleving, waarin contact met het buitenland mogelijk is. Contacten en samenwerking met buitenlandse entiteiten zijn niet direct strafbaar. Spionage geldt pas als mensen bewust handelen voor buitenlandse overheden op een manier die grote schade aan Nederlandse belangen veroorzaakt en zij zich daarvan bewust zijn.