Broers horen gevangenisstraffen van 13 jaar en 74 maanden tegen zich eisen voor de invoer van cocaïne en witwassen
Het Openbaar Ministerie (OM) eist tegen twee mannen uit Breda gevangenisstraffen van respectievelijk 13 jaar en 74 maanden voor de invoer van cocaïne en witwassen. “Ze schoven met honderden kilo’s cocaïne. Geen hoeveelheden voor straatschoffies of beginners’’, aldus de officier van justitie die wil dat beide verdachten per persoon 1.697.700 euro terugbetalen aan de staat.
Het onderzoek rond beide broers, 40 en 42 jaar, begint in 2021 nadat berichtendienst Sky-ECC is gehackt. Politie en justitie krijgen inzage in een enorme hoeveelheid ontsleutelde berichten, waarvan er veel zien op de handel in verdovende middelen. Beide Bredanaars worden geïdentificeerd als gebruiker van zo’n Pretty Good Privacy-telefoon en in verband gebracht met de smokkel van drugs.
Uit gekraakte chats blijkt dat de verdachten in 2021 bezig waren om 700 kilogram cocaïne vanuit Chili Nederland binnen te brengen. Ze zouden ervoor zorgen dat de drugs na aankomst in Rotterdam uit een container werden gehaald. De broers hadden een plan klaar om de chauffeur van een vrachtwagen te overvallen. De wapens daarvoor waren al geregeld. Zover kwam het overigens niet, omdat de cocaïne al in Zuid-Amerika was onderschept.
Stapels bankbiljetten
Tijdens onderlinge chatgesprekken spraken de broers ook over geld, veel geld. Zo gingen er foto’s heen en weer met afbeeldingen van dikke stapels bankbiljetten. “De tienduizenden euro's vliegen ons om de oren”, zei de officier. In zijn requisitoir ging hij in op een chatruzie tussen de broers. Ze hadden een conflict over een geldbedrag van 2,6 miljoen euro, die door de jongste van de twee uit hun ‘gemeenschappelijke pot’ zou zijn weggenomen.
Het Openbaar Ministerie verwijt de broers dat ze jarenlang geld hebben witgewassen en volgens het OM is het ongeloofwaardig dat het om legaal verkregen inkomsten gaat. Aanwijzingen daarvoor ontbreken. Na de arrestatie van de jongste Bredanaar nam de politie luxe auto’s, dure horloges en een contant geld bedrag van zo’n 100.000 euro in beslag. “En legaal geld hoef je niet te verstoppen’’, aldus de officier van justitie.
Cocaïne opgehaald in Duitsland
Uit het onderzoek, onder de naam Glencoe, is gebleken dat de jongste verdachte (40) gedurende een lange periode bezig was met drugssmokkel of de voorbereiding ervan. Zo haalde hij in februari 2020 twintig kilo coke uit Brazilië naar Nederland. In december van dat jaar betaalde hij mee aan het transport van 839 kilo cocaïne vanuit Costa Rica. De ontsleutelde berichten laten ook zien dat de verdachte in 2021 de beschikking had over 600 kilo coke.
Via een in beslag genomen iPhone kwam ook aan het licht dat de 40-jarige verdachte begin 2024 naast de handel in cocaïne (4 kilogram) ook bezig was met mdma (5 kilo). Hem wordt ook verweten dat hij 18 liter lachgas in huis had.
Voorbeeldfunctie
Het OM concludeert dat beide verdachten zich op grote schaal hebben beziggehouden met verschillende vormen van ondermijnende criminaliteit: drugs, geweld en witwassen. “Bij dit soort feiten passen enkel zeer forse gevangenisstraffen”, zei de officier, die opmerkte dat de jongste verdachte een voorbeeldfunctie heeft gezien zijn verleden als profvoetballer en begeleider van jonge voetbaltalenten. ”Het zal schrikken zijn voor deze spelertjes en hun ouders als zij lezen wat voor positie verdachte speelt in de wereld van de internationale drugshandel.”
Tegen de oudste verdachte eiste de officier 74 maanden gevangenisstraf, tegen de jongste 13 jaar gevangenisstraf. Ook vroeg hij de rechtbank om beide verdachten een geldboete op te leggen van 30.000 euro (40-jarige man) en 10.000 euro (42-jarige man).
Beide verdachten hebben zichzelf in de afgelopen jaren flink verrijkt met hun criminele praktijken. Mede op basis van de bedragen die ze zelf noteerden in hun onderlinge chats acht OM het aannemelijk dat ze een voordeel hebben genoten van 1.697.700 euro per persoon. Als het aan de officier van justitie ligt, wordt dat volledige bedrag door de twee terugbetaald aan de staat.
De rechtbank doet uitspraak op 12 augustus 2025.