Moord Zwolle op klaarlichte dag op druk punt: OM eist gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging
Op de parkeerplaats van de Aldi-supermarkt aan de Rijnlaan in Zwolle wordt op klaarlichte dag op 6 maart 2024 een man om het leven gebracht. Winkelende mensen en toevallige passanten zien hoe een auto op de zijkant van een ander voertuig inrijdt. Er stapt een man uit en die beschiet zijn slachtoffer door de voorruit van de auto, om vervolgens het portier te openen en ook meermaals in te steken op het lichaam. Kort na dit incident wordt in de nabije omgeving een 43-jarige Zwollenaar aangehouden.
“Het heeft veel mensen in Zwolle geschokt, in het bijzonder de mensen die er bij waren”, stelt de officier van justitie over deze gruwelijke daad vandaag tijdens de inhoudelijke behandeling voor de rechtbank in Zwolle. “Ze waren er getuige van dat iemand werd vermoord. Sommigen van hen hebben de meest gruwelijke dingen gezien en dragen dit wellicht de rest van hun leven mee. En dat geldt vanzelfsprekend voor de geliefden van het slachtoffer.”
Het Openbaar Ministerie kan na het strafrechtelijke onderzoek niet anders concluderen dan dat er sprake is van voorbedachte rade en dus moord. Het OM eist vandaag voor de rechtbank in Zwolle een gevangenisstraf van 12 jaar en TBS met dwangverpleging tegen de Zwollenaar. Laatstgenoemde vordert het OM omdat verdachte volgens deskundigen sterk verminderd toerekeningsvatbaar is voor zijn handelen; hij kampte op het moment dat hij de moord pleegde onder meer met een paranoïde waanstoornis.
Het is niet zozeer de vraag óf het verdachte is die verantwoordelijk is voor het ombrengen van het slachtoffer; daarvoor zit in de ogen van het OM meer dan voldoende bewijs in het dossier, waaronder een bekennende verklaring van verdachte zelf. Het onderzoek richtte zich al snel op de achtergrond van deze moord en in hoeverre die verdachte is aan te rekenen.
Een steen door de ruit, een mishandeling van zijn zoon, de deur van zijn woning die werd opgeblazen en jarenlange stalking: verdachte heeft tijdens verhoren aangegeven dat er tussen hem en zijn slachtoffer enorm veel speelde. Uit onderzoek is echter op geen enkele manier gebleken dat het het slachtoffer is die hiervoor verantwoordelijk voor was. De officier van justitie: “Er kan geen enkele rechtvaardiging in het dossier worden gevonden voor het optreden van verdachte en de door hem gepleegde geweldshandelingen. Verdachte schrijft naar de mening van het OM alle incidenten en voorvallen ten onrechte toe aan het slachtoffer en plaatst het ook ten onrechte binnen het kader van een stalking.”
Het OM is ervan overtuigd dat verdachte in de waan leefde dat hij werd gestalkt. “Het doen, denken en voelen van verdachte steeds meer paranoïde is gaan inkleuren en daardoor kregen de angst, onmacht en woede de overhand.” De conclusie van onderzoekers dat verdachte ten aanzien van de moord sterk verminderd toerekeningsvatbaar is, wordt gevolgd door het OM.
“Geen straf is zwaar genoeg om het leed van de nabestaanden te vergelden”, besloot de officier van justitie het requisitoir. “Laat ik eindigen met de belangrijkste wens van de nabestaanden. Het laatste wat zij willen, is zich bezig houden met verdachte en zijn familie. Ze willen rust en kunnen beginnen met het verwerken van deze zwarte periode in hun leven. Ik hoop van ganser harte dat die rust hen gegund wordt.”