Gepubliceerd op: 7 november 2025, 09.59 uur

Rijkswaterstaat, Naturalis Biodiversity Center, TNO en RIVM slaan de handen ineen om de biodiversiteit te beschermen met een initiatief voor geautomatiseerde biodiversiteitsmonitoring (ABM).

ABM biedt Rijkswaterstaat waardevolle inzichten voor het verbeteren van de veiligheid op de weg, en is een cruciale stap om de achteruitgang van biodiversiteit tegen te gaan.

Het verlies van biodiversiteit tegengaan

De huidige monitoring van biodiversiteit schiet tekort, omdat de metingen niet overal in Nederland op dezelfde manier gebeuren en niet snel genoeg plaatsvinden om veranderingen direct te volgen.

Overheden, bedrijven en de maatschappij hebben echter dringend duidelijke informatie nodig over de huidige staat van de natuur om effectief beleid te kunnen voeren voor klimaatverandering en om het verlies van biodiversiteit tegen te gaan. Om deze reden is het initiatief Automated Biodiversity Monitoring (ABM) gestart.

Directeur Bereikbaarheid en Netwerkkwaliteit bij Rijkswaterstaat Ingeborg Absil is enthousiast over de samenwerking: ‘Rijkswaterstaat is bekend als beheerder van asfalt, maar beheert ook veel natuur, en ruim 18.000 ha aan bermen langs het rijkswegennet.’

‘ABM biedt waardevolle data in ontwikkelingen die invloed kunnen hebben op de veiligheid op de weg. Ik ben ervan overtuigd dat waar nodig we hiermee natuurontwikkeling en natuurbescherming nog beter hand in hand kunnen laten gaan met het veilig en bereikbaar houden van ons land.’

Schaalbaar systeem

Wat het ABM-initiatief bijzonder maakt, is dat het een schaalbaar systeem is dat door diverse partijen in heel Nederland kan worden ingezet, variërend van lokale overheden tot bedrijven. Het doel is om de gehele ‘BV NL’ (het Nederlandse bedrijfsleven en maatschappij) te ondersteunen.

Ook de gestandaardiseerde aanpak is opvallend. Dit zorgt ervoor dat de gegevens van hoge kwaliteit en vergelijkbaar zijn, wat een betrouwbaar en volledig beeld van onze natuur mogelijk maakt voor alle gebruikers.

Het ABM-initiatief loopt van 2026 tot 2030 en richt zich op de realisatie van een infrastructuur voor geautomatiseerde biodiversiteitsmonitoring. De financiering hiervoor komt vanuit de Faciliteiten Toegepast Onderzoek (FTO)-subsidie van de Rijksoverheid van 19,4 miljoen euro.

De infrastructuur zal gebruik maken van slimme technologieën zoals sensoren, kunstmatige intelligentie (AI) en DNA-technieken om de biodiversiteit snel en op grote schaal te meten. Dit biedt een efficiënte en kosteneffectieve manier om de staat van de natuur zowel op nationaal, regionaal als lokaal niveau te meten.

TNO gaat zich bezighouden met de technische ontwikkeling van de veldstations (sensoren), en RIVM en Rijkswaterstaat met het plaatsen van deze stations in hun meetnetwerken. Naturalis zal zich bezighouden met de techniek en het systeem waar deze stations op zullen aansluiten.