Tijdens deze Hee, ben jij oké (HBJO)-week staan we extra stil bij het belang van sociale veiligheid. Er worden veel ervaringen gedeeld waaruit blijkt hoe belangrijk het is dat we ook aandacht besteden aan sociale veiligheid in de bouw-, infra- en installatiesector.
Zoals de campagnewebsite al stelt: ‘Het is van groot belang dat wij naar elkaar omkijken, begrip naar elkaar tonen en elkaar in onze waarde laten. Wij willen naar een mentaliteit waar ‘Hee, ben jij oké?’ de reactie is als er iets voorvalt.’
Een streven dat natuurlijk van harte wordt uitgedragen door 2 prominente HBJO-ambassadeurs: Diana Beuting, hoofdingenieur-directeur bij Rijkswaterstaat en Leonie Koops, business line directeur Infrastructuur en mobiliteit bij Witteveen+Bos.
Waarom gaat dit onderwerp hen zo aan het hart? Beuting: ‘Diversiteit is belangrijk, ik geloof dat onze organisatie een afspiegeling van de maatschappij moet zijn. En daarbinnen heeft iedereen het recht om zich veilig te voelen. Dat is voor de gehele sector van belang.’
‘Kijkende naar samenwerkingen in de gehele keten van opdrachtgever tot opdrachtnemer zien we hoe belangrijk het is om veiligheid in al zijn dimensies bespreekbaar te maken. Gezien de krapte op de arbeidsmarkt en het vele werk dat ons te wachten staat, hebben we echt iedereen nodig. Als mensen zich niet veilig voelen, gaan ze ergens anders naartoe.’
Gelijkwaardigheid binnen samenwerkingen
Leonie Koops vult aan: ‘Dat is een gezamenlijk belang. Sociale veiligheid is voor ons niet alleen een intern onderwerp, maar het is ook belangrijk in de samenwerking met andere partijen.
Witteveen+Bos is een projectorganisatie, wij werken veel met anderen en voor opdrachtgevers, zoals Rijkswaterstaat. De sociale veiligheid in dat soort relaties, die van opdrachtgever-opdrachtnemer, is een punt van zorg. Die verhouding heeft namelijk een bepaalde hiërarchie in zich, waardoor mensen het soms lastig vinden om zich uit te spreken over iets wat ze niet oké vinden. Een vervelende bejegening, of zelfs grensoverschrijdend gedrag.
In 2024 is bij ons intern uit een risico-inventarisatie naar psychosociale arbeidsomstandigheden gebleken dat wel 11% van de respondenten een onprettige interactie heeft meegemaakt met een opdrachtgever. Dat varieert van ongewenste seksuele aandacht tot agressie en intimidatie. Zo’n score zet het onderwerp voor mij wel weer bovenaan de agenda.’
Beuting: ‘Daar schrik ik ook van, hoor. Daar moeten we dus iets mee. Bij Rijkswaterstaat hebben wij vertrouwenspersonen en integriteitscoördinatoren en houden wij regelmatig medewerkerstevredenheidsonderzoeken. Sommige scores pakken positief uit, die kleuren ‘groen’. Daar is het van belang om door te vragen tot de kern. Dan blijkt het soms een watermeloenscore te zijn: hoe dieper je doorvraagt, hoe roder het resultaat wordt.’
Koops: ‘Meldingen van ongewenst gedrag komen lang niet altijd bij mij terecht. Maar als dat wel zo is, dan wil ik dit graag bespreken met de klant. Mijn probleem is: bij wie kan ik dan aankloppen? Binnen de projectteams zelf wordt er door tijdsdruk of hiërarchische verhoudingen vaak geen ruimte voor gemaakt.’
‘De collega’s die het overkomt, willen zich gewoon bezighouden met hun werk en op een professionele wijze met hun teamgenoten om kunnen gaan. Dus lang niet alle negatieve interacties worden gedeeld.’
‘Er zijn ook situaties waarin wel opgetreden moet worden. Zo ken ik iemand in onze organisatie die stevig in haar schoenen staat, maar die in zulke vervelende gesprekken terecht kwam, dat ze niet langer op dat project wilde werken. Ze kon haar rol in deze relatie niet meer naar behoren vervullen, ze werd niet serieus genomen. Dan wil ik daarover in gesprek met de opdrachtgever. Bij de grotere opdrachtgevers waarmee we samen werken, Rijkswaterstaat behoort daar ook toe, is daar meestal nog geen aanspreekpunt voor. Ik zoek naar zo’n loket.’
Beuting reageert: ‘Veiligheid in al zijn dimensies is natuurlijk een aandachtspunt in projecten. Het moet een vast onderdeel van de samenwerking zijn. Maar het lijkt mij essentieel dat we een gezamenlijke ingang vinden voor meldingen van ongewenst gedrag en dit buiten de projectcontext halen.’ ‘We moeten een structurele manier vinden om dit te bespreken en ervoor zorgen dat iedereen zich gehoord voelt. Ik denk aan een soort vertrouwenspersoon voor externe relaties. Dat past bij het streven van Rijkswaterstaat: gelijkwaardigheid in de samenwerking met marktpartijen.’
Geef elkaar de ruimte
Sociale veiligheid betekent misschien niet voor iedereen hetzelfde. Hoe gaan we daarmee om? Beuting: We moeten wel blijven letten op de balans. Voor sociale veiligheid geldt namelijk ook: waar eindigt die van jou en begint die van een ander. En speelt iemand soms niet te snel de kaart van sociale veiligheid, terwijl het eigenlijk een lastig gesprek betreft? Het begint met het bespreekbaar maken.’
Koops: ‘Diversiteit levert meer verschil op en meer verschil levert meer wrijving op. In een monocultuur werkten bepaalde zaken vroeger misschien prima, maar de maatschappij is sensitiever geworden. We moeten ruimte geven voor verschillende geluiden en zorgen dat iedereen zich prettig voelt.’