De combinatie van mantelzorg, werk en privéleven kan leiden tot verminderd welzijn en gezondheidsproblemen. Ondersteuning bij het bewaken van een gezonde werk-privébalans, is voor werkende mantelzorgers niet vanzelfsprekend. Daarom is het belangrijk dat werknemer en werkgever hierover het gesprek aangaan, concludeert Eline Vos in haar promotieonderzoek. De ‘Participatieve Aanpak’ die Vos onderzocht, richt zich op het voeren van het goede gesprek en draagt bij aan meer ervaren steun van de leidinggevende. Mogelijk helpt dit ook op de langere termijn bij een betere werk-privébalans en het voorkomen van overbelasting. Vos promoveert vandaag aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
In Nederland combineert 1 op de 4 werkenden, zo’n 1,8 miljoen mensen, hun werk met mantelzorgtaken. De verwachting is dat deze groep door de vergrijzing en het opschuiven van de pensioenleeftijd blijft groeien, blijkt uit de nieuwste Volksgezondheid Toekomstverkenning (VTV) van het RIVM. Zo zal het aantal 75-plussers dat mantelzorg nodig heeft tussen 2022 en 2050 meer dan verdubbelen naar 650.000.
Aanpak voor een goede balans
Vos verdiepte zich voor haar promotieonderzoek in de behoeften van werkende mantelzorgers en hoe deze ondersteuning geboden kan worden. Ze ontwikkelde de zogeheten Participatieve Aanpak voor werkende mantelzorgers, met bijbehorende toolkit. Deze aanpak kan de werknemer helpen om samen met de leidinggevende knelpunten aan te pakken én te voorkomen. In de aanpak is ook de inzet van een procesbegeleider belangrijk.
Procesbegeleider erg belangrijk
Een procesbegeleider kan bijvoorbeeld een bedrijfsmaatschappelijk werker zijn die helpt om een constructief gesprek te voeren en samen tot oplossingen te komen. Dat is belangrijk omdat werkende mantelzorgers het soms lastig vinden om op het werk over mantelzorg te praten: ze willen hun werkgever niet belasten en zien het als een privékwestie. Tegelijkertijd zijn leidinggevenden zich er niet altijd van bewust dat hun medewerkers mantelzorg geven en weten ze niet hoe ze kunnen ondersteunen. Ook zij hebben behoefte aan concrete handvatten om het gesprek aan te gaan en passende steun te bieden.
Meer steun door leidinggevende
De Participatieve Aanpak is voor het onderzoek van Vos bij vier organisaties ingevoerd. Volgens zowel mantelzorgers als leidinggevenden gaf deze aanpak structuur voor een gesprek, en hielp het hen stap voor stap bij het oplossen van knelpunten. Tot een direct verbeterde balans tussen werk en privé leidde de aanpak niet. Mogelijk komt dit omdat een deel van de mantelzorgers in de organisaties de aanpak preventief gebruikte en dus nog weinig problemen ervaarde. Wel ervaarden werknemers meer sociale steun van hun leidinggevende dan werknemers die de aanpak niet ontvingen. Ze gaven aan dat mantelzorg vaker bespreekbaar was, dat er begrip ontstond voor hun situatie en dat hun leidinggevende meedacht over oplossingen.
Aanbevelingen voor werkgevers
Vos raadt werkgevers op basis van haar promotieonderzoek aan de Participatieve Aanpak in te zetten. Om deze aanpak optimaal te benutten, is het wel belangrijk dat werkgevers zorgen voor een open cultuur die gesprekken over mantelzorg en de werk-privébalans normaal en gebruikelijk maakt. Tegelijkertijd is verder onderzoek nodig om beter te begrijpen hoe de aanpak bij verschillende soorten mantelzorgers werkt en of de toegenomen sociale steun op termijn bijdraagt aan een betere werk-privébalans. Daarnaast richt een vervolgonderzoek van het RIVM zich op hoe verschillende partijen, zoals de overheid, werkgevers, gemeenten en mantelzorgorganisaties, kunnen samenwerken om werkende mantelzorgers beter te ondersteunen.