De Europese Commissie heeft, onder EU-steunregels, een Duitse steunmaatregel van maximaal €1,75 miljard goedgekeurd ten gunste van Lausitz Energie Kraftwerke AG (‘LEAG). De steun zal LEAG compenseren voor de vroege uitfasering van haar bruinkoolcentrales in het Lausitz-mijngebied tegen 2038. De maatregel compenseert LEAG voor vaste extra kosten van de vroege sluiting van centrales, inclusief sociale kosten ter ondersteuning van werknemers bij de overgang naar nieuw werk, evenals voor gederfde winsten die worden bepaald op basis van een goedgekeurde formule.
Volgens de Duitse wet op de uitfasering van steenkool moet het gebruik van steenkool voor elektriciteitsproductie tegen 2038 worden beëindigd. Duitsland besloot overeenkomsten te sluiten met de belangrijkste producenten van bruinkoolgestookte elektriciteit, LEAG en RWE Power AG (‘RWE), om de vroege sluiting van bruinkoolcentrales te stimuleren. De centrales van LEAG zullen permanent worden gesloten in de jaren 2028, 2029, 2035 en 2038. In 2021 heeft Duitsland de Commissie geïnformeerd over haar plan om deze exploitanten te compenseren met €4,35 miljard: €1,75 miljard voor de LEAG-installaties in Saksen en Brandenburg en €2,6 miljard voor de RWE-bruinkoolinstallaties in de Rijnlandregio.
In maart 2021 opende de Commissie een diepgaand onderzoek om te beoordelen of de plannen van Duitsland staatssteun vormden. In december 2023 keurde de Commissie de staatssteun voor RWE goed.
De beoordeling door de Commissie
De Commissie beoordeelde de maatregel onder de EU-regels voor staatssteun, met name artikel 107, lid 3, onder c, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), dat lidstaten in staat stelt bepaalde economische activiteiten te ondersteunen onder bepaalde voorwaarden, en de Richtsnoeren voor staatssteun voor klimaat, milieubescherming en energie (CEEAG), die lidstaten toestaan maatregelen te ondersteunen die CO2-uitstoot verminderen of verwijderen.
De Commissie stelde vast dat de maatregel ten gunste van LEAG staatssteun vormt, omdat het een voordeel verleent aan de exploitant van de energiecentrales. Tijdens het diepgaand onderzoek heeft Duitsland de maatregel voor LEAG herzien en de juridische basis dienovereenkomstig aangepast. Op basis hiervan concludeerde de Commissie dat de steun:
- noodzakelijk is voor LEAG om haar bruinkoolcentrales uit te faseren, die momenteel winstgevend zijn. De Commissie vond dat LEAG gestimuleerd en gecompenseerd moest worden om de markt te verlaten, om de milieubeschermingsdoelstellingen van Duitsland te bereiken en de uitstoot van broeikasgassen tegen 2038 te verminderen;
- passend is, aangezien alternatieve beleidsmaatregelen niet zouden leiden tot zon gerichte en voorspelbare uitfasering en een consensus tussen Duitsland en de energiecentrale-exploitanten;
- evenredig is, omdat het beperkt is tot het strikt noodzakelijke en niet leidt tot overcompensatie. De compensatie dekt in een eerste fase vaste extra kosten die LEAG maakt en die direct worden veroorzaakt door de vroege sluiting van haar winstgevende activiteiten. Dit omvat sociale kosten (d.w.z. betalingen om werknemers te compenseren voor het verschil tussen hun huidige inkomen en hun toekomstige pensioen of inkomen uit ander werk), extra kosten na de mijnbouw en samengestelde renteverliezen verbonden aan voorzorgsbesparingen. In een tweede fase worden de gederfde winsten van LEAGs energiecentrales en haar raffinageactiviteiten bepaald op het moment van daadwerkelijke sluiting, elk op basis van een formule. Gezamenlijk zullen de huidige netto waarde van de gederfde winsten en extra kosten van LEAG het steunbedrag niet overschrijden. In nominale termen zal de compensatie niet hoger zijn dan €1,75 miljard.
De Commissie concludeerde dat de bijdrage aan de milieudoelstellingen en klimaatdoelen van de EU van de maatregel zwaarder weegt dan mogelijke concurrentieverstoringen door de steun. Op basis hiervan keurde de Commissie de Duitse maatregel goed onder de EU-regels voor staatssteun.
Achtergrond
De CEEAG van 2022 geven richtlijnen over hoe de Commissie de compatibiliteit beoordeelt van milieubescherming, inclusief klimaatbescherming, en energie-steunmaatregelen die onder de meldingsplicht vallen volgens artikel 107, lid 3, onder c, VWEU.
De richtlijnen creëren een flexibel, doelgericht kader om lidstaten te helpen de nodige steun te bieden om de doelstellingen van de Europese Green Deal op een gerichte en kosteneffectieve manier te bereiken. De regels sluiten aan bij de belangrijke doelstellingen en targets van de EU zoals vastgelegd in de Europese Green Deal en bij recente regelgevende veranderingen op het gebied van energie en milieu, en houden rekening met het toenemende belang van klimaatbescherming. Ze bevatten secties over steun voor hernieuwbare energie, energie-efficiëntiemaatregelen, steun voor schone mobiliteit, infrastructuur, circulaire economie, vermindering van vervuiling, bescherming en herstel van biodiversiteit, steun voor de sluiting van kolencentrales en maatregelen om de energievoorzieningszekerheid te waarborgen, onder bepaalde voorwaarden.
Voor meer informatie
De niet-vertrouwelijke versie van de beslissing zal beschikbaar worden gesteld onder zaaknummer SA.53625 in het register voor staatssteun op de website van de Commissie over concurrentie zodra eventuele vertrouwelijkheidskwesties zijn opgelost. Nieuwe publicaties van staatssteunbesluiten op internet en in het Publicatieblad worden vermeld in de Competition Weekly e-News.




