De Europese Commissie is een formeel mededingingsonderzoek gestart om te beoordelen of Deutsche Börse en Nasdaq de EU-mededingingsregels hebben geschonden door hun gedrag te coördineren in de sector voor notering, handel en clearing van financiële derivaten in de Europese Economische Ruimte (EER). Nasdaq en Deutsche Börse zijn financiële dienstverleners die grote beurzen exploiteren in de sector van financiële derivaten.

De Commissie is bezorgd dat entiteiten van Deutsche Börse en Nasdaq mogelijk overeenkomsten of gezamenlijke praktijken zijn aangegaan om niet te concurreren in de EER voor de notering, handel en clearing van bepaalde derivaten. Daarnaast is de Commissie bezorgd dat de entiteiten mogelijk: (i) vraag hebben toegewezen; (ii) prijzen hebben gecoördineerd; en (iii) commercieel gevoelige informatie hebben uitgewisseld.

Als dit wordt bewezen, kan dit gedrag in strijd zijn met de EU-mededingingsregels die kartels en beperkende zakelijke praktijken verbieden (Artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en Artikel 53 van de EER-overeenkomst). Mededingingsbeperkende overeenkomsten en zakelijke praktijken kunnen leiden tot marktfragmentatie en kunnen onder andere de prijzen en kwaliteit van de aangeboden goederen en diensten beïnvloeden, evenals de werking van de interne markt.

Dit onderzoek maakt deel uit van de inspanningen van de Commissie om een interne markt te waarborgen die eerlijk en open is en een volledig geïntegreerde Unie van kapitaalmarkten, ten voordele van beleggers, bedrijven en consumenten. Dit is essentieel voor het bereiken van efficiëntere en concurrerender financiële markten in de Europese Unie, in lijn met de overkoepelende doelstellingen van groei en concurrentievermogen.

De Commissie zal nu haar diepgaand onderzoek als prioriteit uitvoeren. De opening van een formeel onderzoek doet geen uitspraak over de uitkomst.

Achtergrond

In september 2024 heeft de Commissie onaangekondigde inspecties uitgevoerd bij de kantoren van Deutsche Börse en Nasdaq, als onderdeel van haar eigen initiatiefonderzoek naar mogelijke samenspanning in de sector van financiële derivaten.

Een derivaat is een type financieel contract tussen twee of meer partijen, waarvan de waarde fluctueert op basis van de prijs van een of meer onderliggende activa. Handelaren kunnen deze overeenkomsten op een beurs kopen en gebruiken om zich in te dekken tegen risico, te speculeren op de beweging van het activum, of om een positie te hefboomfinancieren.

Deutsche Börse, met hoofdkantoor in Duitsland, is een aanbieder van infrastructuur voor de kapitaalmarkt waarvan de activiteiten het volledige spectrum van financiële markttransacties omvatten, inclusief de notering en handel in effecten en derivaten, evenals clearing, afwikkeling en bewaarservices, samen met het leveren van marktgegevens en elektronische handelssystemen. Binnen de Deutsche Börse Groep is Eurex verantwoordelijk voor de notering, handel en clearing van derivaten. Eurex is de grootste derivatenbeurs in de EER.

Nasdaq, met hoofdkantoor in de Verenigde Staten, is een wereldwijde aanbieder van financiële diensten en technologie die effectenbeurzen exploiteert in de Verenigde Staten en Europa, en onder andere noterings-, handels- en clearingdiensten aanbiedt voor een breed scala aan derivaten.

Artikel 101 VWEU en Artikel 53 van de EER-overeenkomst verbieden overeenkomsten en andere beperkende zakelijke praktijken die de handel kunnen beïnvloeden en concurrentie binnen de interne markt kunnen verhinderen of beperken. De uitvoering van artikel 101 VWEU is vastgelegd in Verordening 1/2003.

Artikel 11, lid 6, van Verordening nr. 1/2003 bepaalt dat de opening van een procedure door de Commissie de mededingingsautoriteiten van de lidstaten ontslaat van hun bevoegdheid om ook EU-mededingingsregels toe te passen op de betrokken praktijken. Artikel 16, lid 1, bepaalt verder dat nationale rechtbanken moeten vermijden beslissingen te nemen die in strijd zouden zijn met een door de Commissie overwogen beslissing in de door haar ingestelde procedure. De Commissie heeft de partijen en de mededingingsautoriteiten van de lidstaten geïnformeerd dat zij in deze zaak een procedure is gestart.

Er is geen wettelijke termijn voor het beëindigen van een mededingingsonderzoek. De duur van een mededingingsonderzoek hangt af van verschillende factoren, waaronder de complexiteit van de zaak en de mate waarin de betrokken partijen samenwerken met de Commissie en de uitoefening van de rechten van verdediging.

Meer informatie over het onderzoek is beschikbaar op de mededingings-website van de Commissie, in het openbare caseregister onder zaaknummer AT.40945. Voor meer informatie over de acties van de Commissie tegen kartels, inclusief hoe individuen of bedrijven vermoedelijke kartelpraktijken kunnen melden, zie de kartelwebsite van de Commissie.