De Europese Commissie is een formeel mededingingsonderzoek gestart om te beoordelen of Google de EU-mededingingsregels heeft geschonden door het gebruik van de inhoud van webuitgevers, evenals inhoud die is geüpload op het online videoplatform YouTube, voor kunstmatige intelligentie (AI) doeleinden. Het onderzoek zal met name nagaan of Google de concurrentie verstoort door oneerlijke voorwaarden op te leggen aan uitgevers en contentmakers, of door zichzelf een bevoorrechte toegang tot dergelijke inhoud te verschaffen, waardoor ontwikkelaars van concurrerende AI-modellen worden benadeeld.
Google, met hoofdkantoor in de VS, is een multinationaal technologiebedrijf dat gespecialiseerd is in internetgerelateerde diensten en producten, waaronder online advertentietechnologieën, zoekmachines, cloud computing, software, hardware en AI.
De Commissie is bezorgd dat Google mogelijk heeft gebruikt:
- De inhoud van webuitgevers om generatieve AI-gestuurde diensten (AI Overviews en AI Mode) aan te bieden op zijn zoekresultaatpaginas zonder passende vergoeding aan uitgevers en zonder hen de mogelijkheid te bieden om het gebruik van hun inhoud te weigeren. AI Overviews toont AI-gegenereerde samenvattingen die reageren op de zoekopdracht van een gebruiker boven organische resultaten, terwijl AI Mode een zoektabblad is vergelijkbaar met een chatbot die vragen van gebruikers in een conversatiestijl beantwoordt. De Commissie zal onderzoeken in hoeverre de generatie van AI Overviews en AI Mode door Google is gebaseerd op de inhoud van webuitgevers zonder passende vergoeding daarvoor, en zonder de mogelijkheid voor uitgevers om te weigeren zonder toegang tot Google Search te verliezen. Veel uitgevers zijn immers afhankelijk van Google Search voor gebruikersverkeer en willen het risico niet lopen de toegang te verliezen.
- Videos en andere inhoud die op YouTube zijn geüpload om de generatieve AI-modellen van Google te trainen zonder passende vergoeding aan makers en zonder hen de mogelijkheid te bieden om het gebruik van hun inhoud te weigeren. Makers die videos op YouTube uploaden, zijn verplicht Google toestemming te geven om hun gegevens voor verschillende doeleinden te gebruiken, waaronder het trainen van generatieve AI-modellen. Google betaalt YouTube-inhoudmakers niet voor hun inhoud, noch staat het hen toe hun inhoud op YouTube te uploaden zonder Google toestemming te geven om dergelijke gegevens te gebruiken. Tegelijkertijd worden concurrerende ontwikkelaars van AI-modellen door YouTube-beleid uitgesloten van het gebruik van YouTube-inhoud om hun eigen AI-modellen te trainen.
Als dit wordt bewezen, kunnen de onderzochte praktijken in strijd zijn met de EU-mededingingsregels die het misbruik van een machtspositie verbieden (Artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)) en Artikel 54 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER).
De Commissie zal nu haar diepgaand onderzoek met prioriteit uitvoeren. De opening van een formeel onderzoek zegt niets over de uitkomst.
Achtergrond
Artikel 102 van het VWEU verbiedt het misbruik van een machtspositie. De uitvoering van artikel 102 VWEU is vastgelegd in Verordening 1/2003.
Artikel 11, lid 6, van Verordening 1/2003 bepaalt dat de opening van procedures door de Commissie de mededingingsautoriteiten van de lidstaten ontslaat van hun bevoegdheid om ook de EU-mededingingsregels toe te passen op de betrokken praktijken. Artikel 16, lid 1, bepaalt verder dat nationale rechtbanken moeten voorkomen dat zij beslissingen nemen die in strijd zouden zijn met een door de Commissie overwogen beslissing in de door haar ingestelde procedure.
De Commissie heeft Google en de mededingingsautoriteiten van de lidstaten geïnformeerd dat zij in deze zaak een procedure is gestart.
Er is geen wettelijke termijn voor het beëindigen van een mededingingsonderzoek. De duur van een mededingingsonderzoek hangt af van verschillende factoren, waaronder de complexiteit van de zaak, de mate waarin de betrokken ondernemingen met de Commissie samenwerken en de uitoefening van de rechten van verdediging door de partijen.
Meer informatie over dit onderzoek is beschikbaar op de mededingingswebsite van de Commissie, in het openbare zaakregister onder het zaaknummer AT.40983.



