Ik heet u allen van harte welkom bij de eerste implementatiedialoog over ruimtevaart.
Laat me beginnen met te zeggen: het is zeer symbolisch dat deze bijeenkomst plaatsvindt op de ochtend na een succesvolle Europese lancering van een Copernicus-missie met een Ariane 6-raket.
Een herinnering aan wat we kunnen bereiken als we samenwerken.
Ik wil de hele ruimtevaartgemeenschap feliciteren.
Laat dit succes ons inspireren in ons werk vandaag.
Maar terug naar onze agenda!
Het is een geweldige kans om u hier vandaag allemaal te hebben, om van gedachten te wisselen en actief de toekomstige ruimteambities van Europa vorm te geven.
De groeiende geopolitieke spanningen dagen ons continent op ongekende wijze uit.
Investeren in onze veerkracht en autonomie is belangrijker dan ooit.
Europas leiderschap in de ruimte is een strategische noodzaak. Ruimte-assets zijn cruciaal voor het bereiken van de EU-prioriteiten, met name op het gebied van veiligheid en defensie.
Het dual-use karakter van ruimtegebaseerde diensten van onze vlaggenschepen Galileo & EGNOS, Copernicus en binnenkort IRIS2, versterkt onze veerkracht en paraatheid. Diensten voor ruimtebewaking en -tracking helpen ons onze ruimte-infrastructuren te beschermen.
De Defence Readiness Roadmap 2030, vorige maand voorgesteld door de Commissie en ondersteund door de Raad, schetste een duidelijke visie: ervoor zorgen dat Europa snel en effectief kan reageren op opkomende dreigingen, door sterkere industriële samenwerking, technologische innovatie en verbeterde paraatheid. En met de duidelijke boodschap - ruimte is erg belangrijk voor defensie, daarom hebben we een vlaggenschip defensieproject nodig - “Space defence shield” - een van de vier belangrijkste vlaggenschepen voor de verdediging van Europa.
In de afgelopen jaren hebben we buitengewone vooruitgang geboekt onder het Union Space Programme - een programma dat de positie van Europa als wereldmacht in de ruimte heeft versterkt.
De tussentijdse evaluatie van het programma, gepubliceerd in 2024, bevestigde de effectiviteit, relevantie en Europese meerwaarde. Maar het herinnerde ons er ook aan dat ons werk nog lang niet klaar is.
We hebben waardevolle lessen geleerd: de noodzaak van autonome toegang tot de ruimte, de urgentie om infrastructuuruitrol te vereenvoudigen en te versnellen, om aanbestedingen te stroomlijnen en de commerciële toepassing van ruimtegegevens en -diensten te stimuleren.
We staan vandaag op een belangrijk kruispunt. Met nog twee jaar te gaan voor de uitvoering van het huidige Union Space Programme, en met de lopende uitrol van IRIS2, onze veilige connectiviteitsconstellatie, moeten we continuïteit en ambitie na 2027 waarborgen.
Enkele maanden geleden heeft de Europese Commissie een strategisch pakket uitgebracht dat de EU-ruimtesector in het algemeen zal beïnvloeden en de toekomst van het EU-ruimtebeleid zal vormgeven: de communicatie “A Vision for the European Space Economy”, gepubliceerd in juni 2025, en de voorstellen van de Commissie voor de EU Space Act, eveneens in juni van dit jaar.
Deze visie, samen met ons voorstel voor de EU Space Act, zet een gedurfde koers uit voor de toekomst - een die Europa tegen 2050 als wereldleider in de ruimte-economie zal positioneren.
Ons doel is duidelijk: de kloof tussen infrastructuurinvesteringen en commerciële dienstverlening te dichten, de technologische soevereiniteit van Europa te versterken en ruimte te maken tot een motor van concurrentievermogen, veerkracht en veiligheid voor onze Unie.
De Commissie presenteerde in juli het European Competitiveness Fund dat een specifiek beleidsvenster voor ruimte en defensie omvat, waarmee de continuïteit van ruimteactiviteiten na 2027 wordt gegarandeerd. Tegelijkertijd nadert ESA haar Raad van Ministers aan het einde van de maand.
Het voorgestelde European Competitiveness Fund zal die continuïteit helpen waarborgen en het vermogen van de Unie vergroten om snel en flexibel te handelen.
Maar succes zal afhangen van onze gecoördineerde collectieve actie, en daarom zijn we hier vandaag. Deze implementatiedialoog gaat niet over het herhalen van wat we al weten. Het gaat erom te identificeren hoe we het beter kunnen doen - hoe we het ruimtebeleid van Europa niet alleen visionair, maar ook uitvoerbaar, efficiënt en toekomstbestendig kunnen maken.
Onze discussies vandaag zullen zich richten op drie centrale themas:
Ten eerste, hoe de ontwikkeling van soevereine, concurrerende en onafhankelijke satellieten, lanceermogelijkheden en grondinfrastructuren te verbeteren die effectief inspelen op huidige en toekomstige gebruikersbehoeften, inclusief veiligheid en defensie.
Ten tweede, hoe de technologische soevereiniteit en economische veiligheid van Europa te versterken, toegang tot kritieke componenten en technologieën te waarborgen en afhankelijkheden te verminderen die ons aan strategische kwetsbaarheden kunnen blootstellen.
Ten derde, hoe het gebruik van ruimtegegevens en -diensten te stimuleren, zodat de investeringen van Europa in Copernicus, Galileo en IRIS2 zich vertalen in economische kansen, innovatie en maatschappelijke voordelen in alle sectoren van onze economie.
Dit zijn geen abstracte uitdagingen. Ze zijn essentieel voor de toekomst van onze Unie. Ze beïnvloeden hoe Europa reageert op wereldwijde concurrentie, hoe we onze kritieke infrastructuur beschermen, hoe we klimaatverandering aanpakken, veiligheid waarborgen en innovatie bevorderen.
Onze aanpak blijft collaboratief. De Europese Commissie handelt niet geïsoleerd - ze handelt met u. Daarom ben ik zeer dankbaar om zo velen van u hier vandaag te zien: industrie leiders, ondernemers, onderzoekers en beleidsmakers. Uw expertise en feedback zullen ons helpen de volgende generatie van het Unie Ruimtebeleid vorm te geven.
Terwijl we van gedachten wisselen, laten we dan moedig, eerlijk en praktisch zijn. Laten we identificeren wat werkt, wat verbeterd kan worden en wat we samen kunnen doen om van Europa een echte ruimte-economie te maken - soeverein, duurzaam en wereldwijd concurrerend.
De toekomst van het ruimtebeleid van Europa hangt af van ons vermogen om de kloof tussen beleidsambitie en implementatie te overbruggen. Deze dialoog is een cruciale stap in die richting.
Ik kijk uit naar een vruchtbare discussie en naar uw inzichten over hoe we samen het Europese ruimtebeleid eenvoudiger, sneller, veerkrachtiger en concurrerender kunnen maken.
Dank u wel.





