Dames en heren,
Dank voor de vriendelijke uitnodiging om te spreken op het Make Fishing Fair Forum. Het is een genoegen hier vandaag te zijn onder kleinschalige vissers, beleidsmakers, wetenschappers en NGO-vertegenwoordigers uit heel Europa.
Zoals benadrukt in het recent aangenomen Europees Oceanpact, is de kleinschalige visserijsector een pijler van onze kustgemeenschappen.
Deze sector wordt echter onevenredig getroffen door grote uitdagingen zoals klimaatverandering, stijgende energiekosten, concurrentie met andere activiteiten om ruimte op zee en moeilijkheden bij het verkrijgen van visrechten.
Deze kwesties vragen om dringende aandacht, en ik ben volledig toegewijd om mijn uiterste best te doen om de toekomst van de kleinschalige visserij te waarborgen, niet alleen met woorden, maar door concrete acties.
Ik geloof er sterk in dat we samen – mede dankzij evenementen zoals deze – de beste oplossingen kunnen vinden en implementeren om onze kleinschalige vissers te ondersteunen bij het overwinnen van de immense uitdagingen waarmee zij worden geconfronteerd.
We hebben uit eerste hand gezien dat wanneer ons juridische kader goed wordt uitgevoerd, het werkt en dat we effectieve acties kunnen ondernemen om het beter te implementeren of zelfs te verbeteren!
Het beste voorbeeld dat in me opkomt is de staat van de visbestanden in de Atlantische Oceaan. Het overbevissingspercentage is aanzienlijk gedaald, dankzij de verantwoordelijke vangstlimieten die we gezamenlijk hebben vastgesteld en die onze vissers hebben uitgevoerd. Om het in perspectief te plaatsen – in 2025 worden 60 bestanden duurzaam beheerd, een aanzienlijke stijging ten opzichte van slechts vijf in 2009.
Daarentegen blijft de situatie in de Oostzee alarmerend, aangezien veel visbestanden en ecosystemen zich in een schrijnende staat bevinden. Dit treft de kleinschalige visgemeenschap zwaar, die het voorstel van de Commissie voor een voorzichtige aanpak steunde. Zoals u weet, volgde de Raad ons voorstel niet volledig, waarvan wij geloven dat het beter had bijgedragen aan het starten van het hersteltraject in de Oostzee. Er was echter wel een gemeenschappelijk begrip van de noodzaak om te focussen op een hersteltraject, en dat is belangrijk.
In de Middellandse Zee vertegenwoordigt de kleinschalige vissersvloot 82% van de totale vloot en zorgt voor meer dan 100.000 banen. Deze context maakt het des te belangrijker om de duurzaamheid van de visbestanden en de visserij te waarborgen.
Dit alles hangt samen met een van de belangrijkste initiatieven van mijn mandaat: de lopende evaluatie van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) regelgeving. Deze evaluatie, gepland voor voltooiing in het voorjaar van 2026, zal bepalen of het GVB geschikt blijft voor de huidige uitdagingen.
Tegelijkertijd werken we al aan het definiëren van een gemeenschappelijke visie voor de visserij- en aquacultuursector tot 2040, waarmee we samen kunnen bepalen hoe de sector er dan uit zou moeten zien. Een eendrachtige visie is essentieel om duurzame en veerkrachtige kleinschalige visserijen te waarborgen die de levensader van onze kustgemeenschappen blijven voeden.
Vorige week hebben we een belangrijke communicatie gepubliceerd, een vademecum over de toewijzing van visrechten door lidstaten. Deze aanbeveling heeft tot doel de discussies met lidstaten over het verbeteren van de nationale toewijzing van visrechten, met name voor kleinschalige visserijen, te vergemakkelijken.
Ten slotte ben ik ervan overtuigd dat het nieuwe begrotingsvoorstel voor 2028-2034 de kleinschalige visserijsector ten goede zal komen, met een kader dat meer geïntegreerd, flexibel en impactvol is.
In dit alles is het belangrijk om niet uit het oog te verliezen dat het nemen van beslissende acties ook betekent dat kleinschalige vissers actief worden betrokken bij het vormgeven van onze initiatieven.
Ik kijk er dan ook naar uit om volgende week de implementatiedialoog over kleinschalige visserij te organiseren. Samen zullen we manieren bespreken en identificeren om de omstandigheden voor kleinschalige Europese vissers te verbeteren.
Het is van groot belang om de duurzaamheid en veerkracht van onze meer dan 40.000 kleinschalige vissersvaartuigen in Europa te versterken en zo ervoor te zorgen dat de visserij de levensader van onze kustgemeenschappen blijft.
Ik wens u productieve discussies.





