Ik wil beginnen met het feliciteren van de organisatoren en supporters van dit initiatief. U heeft meer dan een miljoen geldige ondersteuningsverklaringen verzameld in de EU en de minimumdrempels in 19 lidstaten gehaald. Goed gedaan.

U heeft ‘Mijn Stem, Mijn Keuze: Voor Veilige en Toegankelijke Abortus gemaakt tot het twaalfde burgerinitiatief dat bij de Commissie is ingediend voor onderzoek. Terwijl u uw initiatief promootte, heeft u ook geholpen om het bewustzijn over het Europese burgerinitiatief zelf te vergroten, iets waar wij ook aan werken.

Het Europese Burgerinitiatief (EBI) is een uniek instrument. Het stelt burgers in staat om de kwesties die hen aangaan naar voren te brengen, een debat te starten, de EU-agenda vorm te geven en een actieve rol te spelen in het democratische leven van onze Unie. Verschillende EU-wetten zijn in gang gezet door succesvolle EBIs, zoals de herziene richtlijn drinkwater en de verordening over transparantie en duurzaamheid van EU-risicobeoordelingen in de voedselketen.

Er wordt ook voortgewerkt aan toezeggingen die de Commissie heeft gedaan naar aanleiding van recente initiatieven, zoals het uitfaseren van dierproeven in chemische veiligheidsbeoordelingen en maatregelen ter bescherming van haaien.  

Wanneer een initiatief wordt ontvangen, heeft de Commissie zes maanden de tijd om te beslissen welke actie, indien van toepassing, zij zal ondernemen. Dit betekent dat de Commissie nog geen standpunt heeft over uw initiatief. We zijn hier vooral om te luisteren naar de uitwisseling met de parlementsleden en belanghebbenden.

Uw initiatief draagt een belangrijke boodschap uit: ‘Het voorkomen van onveilige abortus is een kwestie van volksgezondheid. Dit is onmiskenbaar waar.

De cijfers tonen de omvang van het probleem. Elk jaar vinden wereldwijd meer dan 30 miljoen onveilige abortussen plaats. De WHO benadrukt dat het gebrek aan toegang tot veilige, betaalbare en tijdige abortuszorg, en het stigma dat met abortus gepaard gaat, risicos vormt voor het fysieke en mentale welzijn van vrouwen gedurende hun hele leven. 

Onderzoek toont aan dat het beperken van de toegang tot abortuszorg het aantal abortussen niet vermindert. Het leidt alleen tot onveilige praktijken. Dit volksgezondheidsprobleem moet worden aangepakt. De vraag is hoe dit het beste kan en op welk niveau. 

Ons antwoord op het EBI zal rekening houden met de grenzen van de EU-bevoegdheden op het gebied van gezondheid. Artikel 168 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie stelt dat gezondheidszorg, inclusief seksuele en reproductieve gezondheidszorg, een bevoegdheid van de lidstaten is.

Krachtens het Verdrag zijn de lidstaten verantwoordelijk voor het bepalen van hun gezondheidsbeleid en hoe hun gezondheidsdiensten en medische zorg zijn georganiseerd en geleverd. De Europese Unie heeft echter wel de bevoegdheid om nationale gezondheidsmaatregelen te ondersteunen en aan te vullen, ook op het gebied van de toegang van vrouwen tot seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.

In mijn missiefbrief heeft voorzitter von der Leyen mij belast met het leiden van het werk van de Commissie op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheidskwesties. In maart van dit jaar hebben we het belang van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten erkend in de Routekaart voor Vrouwenrechten.

Principe 2 van de Routekaart omvat het beschermen van de gezondheid van vrouwen door nationale gezondheidsmaatregelen te ondersteunen en aan te vullen met betrekking tot de toegang van vrouwen tot seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.

We bereiden nu de volgende Strategie voor Gendergelijkheid voor, die vóór Internationale Vrouwendag 2026 zal worden aangenomen. Deze nieuwe strategie zal concrete acties bevatten om de Routekaart uit te voeren.

We zijn ons er goed van bewust dat het reguleren van seksuele en reproductieve gezondheidskwesties zoals abortus nauw verbonden is met ethische keuzes die door elke lidstaat worden gemaakt. Ik wil de leden van dit Parlement verzekeren dat de beslissing van de Commissie over het EBI deze nationale keuzes niet zal doorkruisen. De EU is hier om te ondersteunen en aan te vullen.

Los van de beslissing van de Commissie over dit EBI zullen we de regelmatige uitwisseling van goede praktijken tussen lidstaten en belanghebbenden op het gebied van gendergelijkheid en gezondheid blijven ondersteunen. Dit omvat seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, via ons Mutual Learning-programma, en daarbuiten.  

We zullen ook blijven financieren maatschappelijke organisaties die werken aan gendergelijkheid, inclusief seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, via het Citizens, Equality, Rights and Values (CERV)-programma. Dit omvat de opvolger in het volgende Meerjarig Financieel Kader, het AgoraEU-programma. 

We zullen ook nauwlettend volgen hoe lidstaten de richtlijn betreffende de bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld omzetten om ervoor te zorgen dat slachtoffers van seksueel geweld toegang hebben tot gezondheidszorgdiensten, zoals seksuele en reproductieve gezondheidszorg, in overeenstemming met de nationale wetgeving.  

Dit markeert een belangrijk moment in de onderzoeksfase van uw initiatief. Vandaag krijgen andere instellingen en belanghebbenden de kans om meer te horen over uw initiatief en hun mening te delen. Ik kijk uit naar uw presentatie en de komende discussies.