Goedemiddag,

Het is mij een genoegen om de discussies van vandaag hier aan de Universiteit van Kopenhagen af te sluiten, onder het Deense voorzitterschap dat opnieuw heeft laten zien hoe Europa met duidelijkheid, pragmatisme en ambitie kan leiden.

Laat me beginnen met het bedanken van alle sprekers en deelnemers.

De rijkdom van de sessies van vandaag – van jeugdperspectieven tot industriële opschaling en duurzame biomassa - toont aan dat de bio-economie van Europa niet slechts een abstract concept is.

Het is een kans voor groei die landbouw, industrie, technologie, bouw, energie en regionale ontwikkeling raakt.  

Vandaag markeert een belangrijk moment.

We beginnen aan het volgende hoofdstuk van Europas bio-economie:

Een strategie die gaat over potentieel, veerkracht en concurrentievermogen.

Een strategie die gebruikmaakt van Europas eigen sterke punten – onze bossen, onze landbouwgebieden, onze wetenschappelijke excellentie en onze innovatieve bedrijven – om afhankelijkheden te verminderen en ons veerkrachtiger te maken in een onstabiele wereld.

Vanaf het begin wisten we dat deze strategie holistisch moest zijn.

De uitdagingen waar Europa voor staat – klimaatverandering, concurrentievermogen, verlies van natuur en strategische autonomie – zijn nauw met elkaar verbonden.

Onze reactie moet dat ook zijn. Daarom is de strategie opgebouwd rond 4 pijlers: innovatie & investering, leidende markten, duurzame biomassa en wereldwijde partnerschappen.

Gezamenlijk helpen deze pijlers ons om te schalen wat werkt, barrières te verwijderen en ervoor te zorgen dat oplossingen voordelen opleveren in verschillende sectoren: van plattelandsgemeenschappen tot geavanceerde productie.

We weten dat de bio-economie alleen kan groeien op een fundament van duurzame en betrouwbare biomassa.

Verschillende sessies vandaag weerspiegelden dit: we hebben stabiele aanvoer, concurrerende kosten en langdurig beheer van onze natuurlijke hulpbronnen nodig.

Dat betekent weten hoe onze biomassa wordt gebruikt, efficiëntie verbeteren en beter gebruik maken van restproducten en bijproducten.

Dit gaat niet over het beperken van producenten.

Het gaat erom hen duidelijkheid en vertrouwen te geven; ervoor te zorgen dat groei binnen ecologische grenzen blijft zodat toekomstige generaties dezelfde kansen hebben.

Een belangrijke boodschap van vandaag is dat Europa veelbelovende technologieën heeft, maar we moeten de voorwaarden creëren zodat deze oplossingen sneller en op grotere schaal de markt bereiken.

Leidende markten zijn hierbij centraal.  

Door ons eerst te richten op hoogwaardige bio-gebaseerde producten, zoals bouwmaterialen, textiel, chemicaliën en verpakkingen, kunnen we directe resultaten leveren.

We kunnen onze ecologische voetafdruk verkleinen, importafhankelijkheden verminderen en momentum opbouwen voor een bredere, systemische verandering.

Maar we moeten eerlijk zijn: niets hiervan kan gebeuren zonder vraag!

Zowel de publieke als de private sector hebben een rol in het creëren van voorspelbare vraag en het ondersteunen van vroege gebruikers.

Hier loopt Denemarken voorop -- van bio-gebaseerde bouw en innovatieve materialen tot circulaire landbouw en sterke regionale clusters.

Denemarken laat ook zien hoe slimme, lokale bio-energieoplossingen, vooral biogas, boeren kunnen ondersteunen, afval kunnen verminderen en energie-veerkracht kunnen versterken.

We hebben meer van dit soort voorbeelden nodig.

Europa is rijk aan ideeën, maar veel vernieuwers worstelen nog om van laboratorium naar fabriek te gaan.

De strategie pakt dit direct aan: door de toegang tot financiering te verbeteren, MKBs te helpen bij vergunningenknelpunten en faciliteiten van het eerste soort te ondersteunen.

Via het Europees Concurrentievermogen Fonds, Horizon Europa en InvestEU zullen we investeringsrisicos verminderen en de uitrol versnellen.

En via de Biotech Acts en de agenda voor vereenvoudiging zullen we regels duidelijker, sneller en gemakkelijker maken voor bedrijven om te navigeren.

De bio-economie is niet alleen een Europese prioriteit; het is een wereldwijde race.

Meer dan 50 landen hebben nu hun eigen strategieën.  

Via deze strategie willen we de samenwerking met wereldwijde partners versterken, de markttoegang voor Europese bio-gebaseerde technologieën verbeteren en een eerlijke en op regels gebaseerde wereldwijde bio-economie bevorderen.

Dit is cruciaal voor het concurrentievermogen van Europa en voor de veerkracht in onze toeleveringsketens.

Deze transitie is niet alleen industrieel – het is maatschappelijk.

We zullen nieuwe vaardigheden, nieuwe beroepen en nieuwe vormen van samenwerking nodig hebben.

Jongeren zullen een sleutelrol spelen en ik was bemoedigd door hun bijdragen vandaag.

Onze inzet is om een transitie te bouwen die eerlijk, inclusief en geworteld is in de regios die produceren, verwerken en innoveren.

Dames en heren,

Tot slot wil ik een belangrijk punt benadrukken:

Europa heeft alles wat het nodig heeft om te leiden op het gebied van bio-economie: de natuurlijke hulpbronnen, de industriële basis, de wetenschap en vooral de mensen.

Ons werk zal vastberadenheid vereisen van lidstaten, industrie, investeerders, onderzoekers en primaire producenten.

Ik ben ervan overtuigd dat het volgende hoofdstuk van Europas bio-economie er een zal zijn van groei, veerkracht en kansen.

Dank u voor uw betrokkenheid en inzet.

Laten we deze strategie nu omzetten in actie.