Op het Marineterrein zijn sinds kort groepen actief die deelnemen aan de Nationale Weerbaarheidstraining. Dit programma van Defensie richt zich op burgers die in korte tijd oefenen met samenwerken en functioneren onder druk. De training is vrijwillig en staat los van beroepsmilitaire functies.
Halverwege november startte de eerste Nationale Weerbaarheidstraining met 123 deelnemers. Een deel van het tienweekse programma vindt plaats op het Marine Etablissement op het Marineterrein. Daarmee krijgt het terrein opnieuw een functie die aansluit bij de oorsprong van het gebied.
1655: De werf van de Admiraliteit
Het Marineterrein werd in 1655 ingericht als werf van de Admiraliteit van Amsterdam. Ambachtslieden bouwden en onderhielden er oorlogsschepen die de handelsvaart moesten beschermen. De werf lag op Kattenburg, een van de Oostelijke Eilanden, waar veel scheepstimmerlieden en marinemedewerkers woonden.
De werf bestond uit hellingen, werkplaatsen en magazijnen en was een belangrijke werkgever in de 17e en 18e eeuw. Het Dokmagazijn, een van de oudste gebouwen op het terrein, herinnert aan deze periode. Een deel van het terrein stond bekend als de Witte Werf, waar schepen werden afgetimmerd voordat ze vertrokken naar onder meer de Middellandse Zee.
Ook bevond zich op het terrein een boomsluit, een installatie voor het behandelen van masten en balken. Het langgerekte poortgebouw aan de Kattenburgerstraat, tegenwoordig de toegang tot het Marineterrein, markeerde eeuwenlang de grens tussen de stad en het afgesloten marinegebied.
19e en 20e eeuw: afgesloten militair gebied
Met de komst van stalen schepen verplaatste de scheepsbouw zich naar grotere werven, onder andere naar Den Helder. In 1915 sloot de werf definitief en ging het complex verder onder de naam Marine Etablissement Amsterdam. Het terrein kreeg vooral een rol als opslagplaats en opleidingslocatie voor de marine. In deze periode kwamen nieuwe gebouwen tot stand, zoals oefenruimtes, barakken en dienstgebouwen. Het terrein bleef afgesloten voor het publiek en had een uitgesproken interne functie binnen Defensie.
Tweede Wereldoorlog: gebruik door de bezetter
In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog moesten particuliere huurders op het terrein plaatsmaken voor Defensie. Tijdens de Duitse bezetting, tussen 1940 en 1945, was het complex in gebruik bij het Duitse leger als militair en logistiek steunpunt. Op en rond het terrein wordt nog steeds aan die periode herinnerd. Zo staat er een monument voor oud-leerlingen van de Kweekschool voor de Zeevaart die in de oorlog zijn omgekomen.
Na 2000: openstelling en nieuwe gebruikers
Vanaf het begin van deze eeuw trok Defensie grotendeels weg. Het terrein, ongeveer 14 hectare groot, werd vervolgens gefaseerd opengesteld voor het publiek. De historische structuur met rechte lijnen en brede kades bleef behouden. Organisaties uit onderwijs, onderzoek en innovatie vestigden zich in de bestaande gebouwen. Nieuwe wandel- en fietsroutes langs het water maakten het gebied toegankelijk voor bezoekers. De openstelling van de toegangspoort aan de Kattenburgerstraat in 2015 maakte na eeuwen een directe doorgang mogelijk van de stad naar het voormalige marinegebied.
Weerbaarheidstraining in een historische omgeving
Waar vroeger oorlogsschepen werden gebouwd en het gebied gesloten bleef voor de stad, is het nu een open plek voor innovatie en publiek gebruik. De civiele training geeft het terrein een extra betekenis. Het sluit aan op de geschiedenis van het terrein en speelt in op actuele vragen rond veiligheid en voorbereiding.




