De toekomstige leegstand van gebedshuizen in Maastricht dwingt tot actie. Het gaat daarbij in eerste instantie om rooms-katholieke kerken, waar als gevolg van minder bezoekers, hoge onderhoudskosten en stijgende energielasten de problemen het grootst zijn. Tot 2035 dreigen 20-25 kerken uit de eredienst genomen worden. Deze kerken vormen - buiten hun religieuze functie - ook ankerplaatsen in buurten, architectonische iconen en plaatsen van herinnering voor bewoners. Hoe met deze dreigende leegstand omgesprongen moet worden is dan ook een groot vraagstuk, zowel voor de kerkbesturen als eigenaar, als voor de gemeente als hoeder van de stad. Onderzoek naar dit vraagstuk werd gegund aan bureau Arcadis.
Om te voorkomen dat kerken verloederen, afgebroken moeten worden en aan de hoogste bieder verkocht worden, is de gemeente gestart met een pilotonderzoek om kansen, mogelijkheden, aandachtspunten en problemen in kaart te brengen. Via een Europese aanbesteding is dit pilotonderzoek aan onderzoeksbureau Arcadis gegund. Arcadis heeft veel ervaring met complexe beleids- en ontwikkelingsvraagstukken en kent de Maastrichtse situatie goed. De vestiging Arcadis Maastricht gaat vormgeven aan deze opdracht. Voor Arcadis is deze opdracht van belang als vervolg op de Maastrichtse Gebedshuizenvisie uit 2023. Het zetten van concrete vervolgstappen na het vaststellen van een Gebedshuizenvisie is een uitdaging waar veel gemeenten nog aan moeten beginnen.
Projectleider van Arcadis Luc Timmermans: “Maastricht is een bijzondere stad, met een grote voorraad aan religieus erfgoed. Mee te mogen werken aan een toekomst voor dit erfgoed was voor ons als bedrijf van groot belang. We hebben hier in andere steden al veel ervaring mee opgedaan, maar de complexiteit en de grootte van het onderzoek is Maastricht zijn echt uitdagend.”
Wethouder Bastiaens zegt hierover: “Met Arcadis hebben we een betrouwbare partner gevonden die helderheid kan verschaffen in dit complexe vraagstuk: het gaat over zeker tien beleidsvelden, tegengestelde belangen, aandacht voor monumenten en erfgoed en ook over verschillende juridische invalshoeken. Voor de gemeente is het van belang dat we een zo breed mogelijk kader aangereikt krijgen waarmee we rekening moeten houden, om de samenhang in buurten in stand te kunnen houden en kaders voor de ruimtelijke ontwikkeling te borgen. Voor de besturen van de parochies is het onderzoek van belang omdat dit kan helpen in de zoektocht naar een nieuw leven voor hun gebouwen.”
Het onderzoek is gestart medio juli 2025 en zal medio april 2026 worden opgeleverd. De onderzoeksresultaten zullen onder andere stroomdiagrammen en afvinklijsten opleveren waarop is te letten bij een toekomstige functie of herbestemming. Maar ook een overzicht van functies die in de verschillende buurten het beste tot hun recht zullen komen.”
De vijf kerken die in dit pilotonderzoek naar voor zullen komen zijn:
Binnenstadskerk: Waalse kerk
Deze is reeds verregaand gerestaureerd (nog bezig in de uitvoering) en deels herbestemd. Van de opgedane ervaring zijn veel lessen te leren.
Voormalige dorpskerk: Johannes de Doperkerk in Limmel
Deze heeft een specifieke problematiek die meer voormalige dorpskerken hebben, namelijk de centrale ligging in het dorp en het omliggende kerkhof, dat nog is gebruik is. Dit vraagt om specifieke analyses.
Jonge of wederopbouwkerk: kerk van Sint Pieter Beneden
Deze is door het kerkbestuur zelf aangedragen en wordt mogelijk binnenkort zelfs al gesloten. De kerk heeft omliggend onroerend goed, een actief buurtnetwerk en is gelegen aan een plein. Functionaliteit, mobiliteit en parkeren bepalen hier de analyse.
Parochiewijkkerk: Vier Evangelistenkerk in Malberg
Als laatste overgebleven element van de parochiewijken resteert meestal alleen nog de kerk. De school, het park, de buurtvoorzieningen en eigenheid van de parochiewijk zijn de laatste tientallen jaren sterk veranderd of aangepast. Wat betekent dit alles voor de samenhang van de buurt?
Toren van Antonius van Paduakerk te Limmel
De kerk van Limmel is afgebroken in 2011. De toren en het baptisterium zijn blijven staan, men wilde deze als buurticonen, herinneringsbakens en als kaarsenkapel handhaven. Deze gebouwdelen zijn in een stichting ondergebracht. Na vijftien jaar kan de balans worden opgemaakt of dit een juiste beslissing was en in de toekomst herhaald kan worden.