De Eerste Kamer heeft dinsdag 2 december een wetsvoorstel aangenomen om de overgangsperiode naar het nieuwe pensioenstelsel met een jaar te verlengen tot 1 januari 2028. De fracties van GroenLinks-PvdA, Volt, ChristenUnie, CDA, SGP, D66, FVD, SP, PvdD, VVD, JA21, BBB, Fractie-Van de Sanden, Fractie-Visseren-Hamakers, 50PLUS, Fractie-Beukering, Fractie-Walenkamp en OPNL stemden voor het wetsvoorstel, alleen de PVV-fractie stemde tegen. Ook is gestemd over drie moties.


Moties

Verworpen

  • De motie-Bezaan c.s. over het publiceren van een openbare samenvatting van de evenwichtigheidstoets.
  • De motie-Bezaan c.s. over een bindend referendum.
  • De motie-Van Wijk c.s. over concrete maatregelen voor de feitelijke rechtsbescherming van de deelnemers.

Aangehouden

  • De motie-Van Rooijen c.s. over het halfjaarlijks toesturen van een overzicht vermogensontwikkeling van de Nederlandse pensioenfondsen.
  • De motie-Van Rooijen c.s. over het verschaffen van informatie door de ingevaren pensioenfondsen.

Over het wetsvoorstel

Met dit wetsvoorstel geeft de regering invulling aan de toezegging aan de Eerste Kamer om de uiterste datum van de pensioentransitie uit de wet te halen. Het voorstel verlengt de transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel met één jaar, waardoor uitvoerende partijen meer ruimte krijgen om de transitie zorgvuldig uit te voeren. Daarnaast regelt dit voorstel dat de verschillende transitiedata die in de Wet toekomst pensioenen zijn opgenomen worden overgeheveld naar een Algemene Maatregel van Bestuur, zodat de regering sneller kan ingrijpen als verdere verlenging van de transitieperiode nodig blijkt.