Dat is de uitkomst van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van vandaag (12 november 2025). Hoewel er een regeling is om dit soort besluiten gecoördineerd door één bestuursrechter te laten behandelen, mocht deze ‘rijkscoördinatieregeling’ in dit geval niet worden toegepast. De Tweede Kamer heeft namelijk niet ingestemd met het coördinatiebesluit dat daarvoor is genomen. En deze instemming is noodzakelijk om zowel de bezwaren tegen het rijksinpassingsplan als de vergunning in één keer door de Afdeling bestuursrechtspraak te laten behandelen.

Coördinatiebesluit

Het draait allemaal om het coördinatiebesluit dat de staatssecretaris van Defensie in 2019 nam. Daarmee wilde de staatssecretaris bereiken dat het rijksinpassingsplan en de daarbij behorende omgevingsvergunning voor het militaire radarstation samen de procedure zouden doorlopen en bezwaren tegen beide besluiten in één keer door de Afdeling bestuursrechtspraak konden worden behandeld. Op grond van de wet moeten zowel de Tweede als de Eerste Kamer met dat coördinatiebesluit instemmen. De Eerste Kamer heeft in december 2019 uitdrukkelijk ingestemd met het coördinatiebesluit.

Tweede Kamer

Dat geldt niet voor de Tweede Kamer. Zij heeft nooit uitdrukkelijk ingestemd met het coördinatiebesluit. De instemming moet blijken uit een schriftelijk stuk van de Kamer en kan niet worden afgeleid uit de gedragingen van de Tweede Kamer. Anders dan de ministers en de staatssecretaris aanvoeren, kan uitdrukkelijke instemming niet worden afgeleid uit de aangenomen motie van de Tweede Kamerleden Valstar en Stoffer van juli 2022 en de verworpen moties van de Tweede Kamerleden Haga c.s. en Jasper van Dijk. Weliswaar roept de motie van Valstar en Stoffer het kabinet op om na plaatsing van de radar in Herwijnen metingen uit te voeren, maar in de motie valt niets te lezen over een uitdrukkelijke instemming met het coördinatiebesluit. Ook in het verslag van het debat dat in de Tweede Kamer is gevoerd over deze moties, is zo’n instemming niet te vinden.

Hoe nu verder?

Nu de uitdrukkelijke instemming van de Tweede Kamer met het coördinatiebesluit ontbreekt, mocht de staatssecretaris de rijkscoördinatieregeling niet toepassen. Dat betekent dat de Afdeling bestuursrechtspraak niet de bevoegde rechter is om een uitspraak te doen over de omgevingsvergunning. Dat is de rechtbank Gelderland. De Afdeling bestuursrechtspraak zal de beroepschriften die zich richten tegen de omgevingsvergunning daarom doorsturen naar de rechtbank. De Afdeling bestuursrechtspraak is wel de bevoegde rechter om te beslissen op de bezwaren tegen het rijksinpassingsplan. Naar verwachting houdt de Afdeling bestuursrechtspraak voor de zomer van 2026 een rechtszitting om de bezwaren tegen het rijksinpassingsplan voor het radarstation te behandelen.