De Russische agressie, zoals iedere dag zichtbaar in Oekraïne, drukt Nederland met de neus op de feiten. Defensie moet in staat zijn om meer agressie af te schrikken en aan de NAVO-verplichtingen voldoen om het militair bondgenootschap veilig te houden. Daarvoor moet de krijgsmacht voorbereid zijn op allerlei mogelijke scenario’s. Dat betekent dat militairen ook in eigen land moeten kunnen oefenen en trainen. Dit geldt in ieder domein: op land, zee, in de lucht, digitaal en in de ruimte.
Realistisch oefenen en trainen
De huidige wetgeving is ingericht op vredestijd en houdt onvoldoende rekening met de situatie zoals deze nu is. Regels en procedures zitten de groei en gereedheid van de krijgsmacht in de weg. Militairen zijn daardoor onvoldoende in staat om in Nederland de vereiste capaciteiten op te bouwen en realistisch te trainingen. Er is dus niet altijd sprake van ‘train as you fight’.
Verder moet Defensie mee kunnen gaan in moderne ontwikkelingen op het terrein van technologie en digitalisering. Dit geldt o.a. in het gebruik van data, drones, sensoren en kunstmatige intelligentie, maar ook om voorbereid te zijn op cyberaanvallen. Doel is om de vijand digitaal minstens een stap voor te zijn. Het ontbreken van elementaire wettelijke grondslagen voor het werken met gegevens belemmert Defensie hier momenteel in.
Procedures vereenvoudigen en verkorten
De Wodg moet Defensie in staat stellen activiteiten uit te voeren, die op grond van huidige wet- en regelgeving te veel tijd kosten of te veel belemmeringen met zich meebrengen. De Wodg vereenvoudigt en verkort sommige complexe procedures. Dit stelt Defensie sneller en beter in staat om bijvoorbeeld op eigen terreinen loopgraven aan te leggen, schietoefeningen te doen (ook in de nacht) en te trainen met drones.
Verwerken consultatie
In de nieuwe versie van de Wodg is ruim gebruik gemaakt van de uitkomsten uit de internetconsultatie, waarbij burgers, mede- overheden, organisaties en bedrijven hun zienswijzen konden meegeven. Hun reacties zijn waar dat mogelijk is verwerkt in het uiteindelijke wetsvoorstel.




