Nederlandse inzet in Mali
Stabiliteit en veiligheid in Afrika hebben directe invloed op Nederland en Europa, bijvoorbeeld in het voorkomen van migratiestromen en terrorismedreigingen. Het kabinet vindt het daarom belangrijk om bij te blijven dragen aan internationale missies.
Nederland heeft tussen april 2014 en 1 mei 2019 bijgedragen aan de VN-vredesmissie in Mali. De Nederlandse inzet bestond uit defensiepersoneel, politiefunctionarissen en civiele adviseurs en experts.
MINUSMA, de VN-operatie in Mali, heeft als doel de veiligheid en stabiliteit in het land te herstellen en de burgers te beschermen. Nederland draagt nog steeds bij aan MINUSMA, met een Nederlandse luitenant-generaal als huidige Force Commander van de missie.
VN-vredesmissies
Het kabinet benadrukt dat bijdragen aan VN-vredesmissies meestal plaatsvinden in complexe omstandigheden, waar resultaten moeilijk te behalen zijn en risicos blijven bestaan. Toch blijft het van belang om bij te dragen aan internationale missies ter bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit, wat ook de veiligheid in Nederland ten goede komt.
Evaluatie van de Nederlandse bijdrage
Na afronding van de missie tussen 2014 en 2019 hebben betrokken ministeries (Buitenlandse Zaken, Defensie, Justitie en Veiligheid) een interne evaluatie uitgevoerd. Volgens de motie-Bosman c.s. van 2020 heeft de IOB ook een onafhankelijke eindevaluatie van de Nederlandse bijdrage aan de VN-missie uitgevoerd.
Eindevaluatie IOB
De IOB is positief over de kwaliteit en professionaliteit van de Nederlandse bijdrage, maar de algehele evaluatie is kritisch. De eindevaluatie bevat twaalf bevindingen en tientallen aanbevelingen die essentieel zijn voor toekomstige besluitvorming over Nederlandse bijdragen aan internationale missies.
Uit de bevindingen blijkt onder andere dat de militaire (inlichtingen)bijdrage niet goed geïntegreerd kon worden in de missie, dat de militaire doelstellingen te ambitieus waren, dat een politiek-strategisch doel ontbrak en dat de geïntegreerde benadering niet voldoende was uitgewerkt.
Reactie van het kabinet op de resultaten
In de beleidsreactie laten de ministers Hoekstra (Buitenlandse Zaken), Ollongren (Defensie), Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) weten dat een aantal van de bevindingen en aanbevelingen al is, of wordt, uitgevoerd.
Naar aanleiding van ervaringen uit de missie in Afghanistan heeft het kabinet bijvoorbeeld het belang van een duidelijke formulering van het missiemandaat en de Nederlandse doelstelling erkend en meegenomen in recente Kamerbrieven over bijdragen aan missies. Het kabinet werkt aan een betere integratie van verschillende middelen en beleidsinstrumenten voor toekomstige missie-inzet.
Het kabinet belooft voorafgaand aan toekomstige inzet van inlichtingencapaciteit een analyse te maken van de informatiebehoefte en de betrokken partijen binnen de missie. Ook zal er meer aandacht zijn voor de verdeling van verantwoordelijkheden tussen civiele en militaire inlichtingendiensten.
Dank aan het Nederlandse personeel in Mali
Het kabinet bedankt alle Nederlandse militairen, politiefunctionarissen en civiele adviseurs die zijn uitgezonden naar Mali voor hun inzet onder vaak moeilijke omstandigheden. Het Nederlandse personeel wordt geprezen als professioneel, waardevol en betrokken. Gezamenlijk hebben zij Nederland een belangrijke dienst bewezen.
Het kabinet herdenkt de militairen die gedurende de missie zijn overleden of gewond geraakt, evenals alle Malinese en andere slachtoffers, zowel militairen als burgers, die zijn gevallen tijdens hun inzet voor vrede en veiligheid in Mali.