Deze groep ondernemers kan het derde kwartaal van 2020 gebruiken als alternatieve referentieperiode. Om in aanmerking te komen voor TVL Q4 2021 moet een onderneming minimaal 20 procent omzetverlies hebben in vergelijking met de referentieperiode. Hiervoor mag een ondernemer kiezen tussen het 4e kwartaal van 2019 of het 1e kwartaal van 2020. Voor ondernemers die minimaal drie weken zwangerschapsverlof hadden in beide referentiekwartalen geldt nu deze uitzondering.
Zij kunnen tot 11 februari 2022 17:00 uur, alsnog TVL Q4 2021 aanvragen. De zogenoemde hardheidsclausule die deze uitzondering mogelijk maakt ligt voor goedkeuring bij de Europese Commissie. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland houdt aanvragen van deze groep ondernemers apart, totdat de Europese Commissie de hardheidsclausule heeft goedgekeurd. Daarna krijgen ondernemers uitsluitsel over hun aanvraag.
Waar kunnen ondernemers en werkenden terecht?
Voor meer informatie over de TVL: kijk op RVO.nl. Ondernemers die in beide referentiekwartalen met zwangerschaps- en bevallingsverlof waren en TVL Q4 2021 al hadden aangevraagd, kunnen ook gebruik maken van de hardheidsclausule. Zij moeten hun lopende TVL-aanvraag zo snel mogelijk intrekken en voor 11 februari 2022 17:00 uur een nieuwe aanvraag doen. In het aanvraagformulier kunnen zij de hardheidsclausule zwangerschapsverlof aanvinken en voor de alternatieve referentieperiode (Q3 2020) kiezen. Dit geldt ook voor nieuwe aanvragen.