Staatssecretaris Mariëlle Paul: “Het is belangrijk dat jongeren leren over technologie. Ze ontdekken zo de mogelijkheden van bijvoorbeeld AI. Met technologie leren ze ook beter lezen en schrijven en ontwikkelen ze digitale vaardigheden.”
Minister Dirk Beljaarts: “Niemand weet hoe de economie er over een paar jaar uitziet. Daarom moeten kinderen goed voorbereid zijn. Technologieonderwijs vanaf jonge leeftijd helpt hierbij. We willen een generatie vormen die kan omgaan met de technologische veranderingen in de toekomst.”
Kennismaking met technologie
Het doel van Techkwadraat is dat alle kinderen en jongeren in Nederland met technologie leren werken, ongeacht hun achtergrond. Dit helpt hen om enthousiast te worden over technologie en zich hierin te ontwikkelen.
De regeling versterkt bestaande initiatieven en stimuleert samenwerking tussen scholen, bedrijven, en instellingen zoals musea en bibliotheken. Zo kunnen ze regionale samenwerkingen opzetten waar leren en praktijk elkaar ontmoeten. Dit kan bijvoorbeeld praktijksessies bij musea of bedrijven zijn, cursussen voor docenten, of lespakketten maken.
Het ministerie van Onderwijs en het ministerie van Economische Zaken zorgen ervoor dat alles goed op elkaar aansluit, door kennis te delen en voorbeelden van succesvol technologieonderwijs te bieden. Dit helpt om technologieonderwijs duurzaam te verankeren in het onderwijs.
Versterking van technologieonderwijs
De regeling maakt deel uit van het grotere programma Techkwadraat. Dit is één van de acties van het plan voor Groene en Digitale Banen van de Rijksoverheid. Door technologieonderwijs te verbeteren in het basisonderwijs en middelbaar onderwijs, zorgt Techkwadraat ervoor dat leerlingen beter worden voorbereid op technische opleidingen. Dit heeft ook invloed op andere programma’s zoals Sterk Techniekonderwijs en Katapult.
Techkwadraat duurt 8 jaar. In totaal investeert het kabinet € 351,6 miljoen in deze regeling. Met dit geld kunnen regionale partners de komende drie schooljaren (2025-2028) activiteiten opzetten. In 2027 wordt er een evaluatie gedaan om te kijken of het programma voortgezet kan worden tot 2031.
Organisaties kunnen van 4 december 2024 tot 13 januari 2025 hun aanvragen indienen.