Minister Moes: “Bij erfgoed denk je snel aan oude boeken, gebouwen of spullen die je vast kunt houden. En we weten allemaal hoe belangrijk het is daar zuinig op te zijn. Nu ons leven zich voor een steeds groter deel in de digitale wereld afspeelt, wordt het tijd om ook daarvoor goed te regelen dat we belangrijke dingen bewaren.”

Betere regels om praktische problemen op te lossen

Dat het belangrijk is om digitaal erfgoed te bewaren is bij partijen die zich bezighouden met archiveren, zoals het Nationaal Archief, het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid en Nationale Bibliotheek KB, al wel een tijdje bekend. Ook is het technisch allemaal mogelijk. Maar in de praktijk lopen ze tegen belemmeringen aan. Zo moeten ze nu nog toestemming vragen aan alle betrokkenen rond een website, en weten ze juridisch gezien niet waar ze aan toe zijn.

Om dat op te lossen, wil minister Moes hier een goede wettelijke grondslag voor regelen. Landen om ons heen hebben die al, maar Nederland nog niet. Hoe dat precies moet is nog niet duidelijk. Er ligt een uitgebreid rapport op basis waarvan de voorbereidingen voor het wetstraject volgend jaar worden gestart. Zaken die bijvoorbeeld uitgezocht moeten worden is wie precies allemaal digitaal erfgoed mag archiveren. En ook welke bronnen daar dan voor in aanmerking komen en hoe je dat goed vastlegt. Het lijkt logisch dat dat in elk geval websites zijn die eindigen op .nl, maar als je alleen die domeinnamen doet, dan mis je bijvoorbeeld domeinnamen die op .frl (fryslân) of .amsterdam eindigen. Het is dus nodig om dat goed uit te zoeken en ook de kosten mee te wegen, samen met de eerdergenoemde betrokken partijen.

Hoe die wettelijke grondslag er uit gaat zien wordt verder onderzocht en uitgewerkt. Planning is dat de verbeterde wetgeving over vier jaar klaar moet zijn. In tussentijd kunnen archiefpartijen op de huidige beperkte schaal aan webarchivering blijven doen.