Staatssecretaris Paul zegt: “We hebben meer goede leraren nodig, vooral meer mannen. Jongeren moeten zich kunnen identificeren met hun leraren. Mannelijke rolmodellen zijn belangrijk, net als een school die de diversiteit van de maatschappij weerspiegelt. We willen het toekomstige leraren makkelijker maken om hun opleiding te starten en alles doen wat nodig is tegen het lerarentekort.”

Daling van diversiteit in het onderwijs

De pabo-opleiding is nu zo breed dat sommige mensen zich ontmoedigd voelen. Mannen hebben vaak meer interesse in het lesgeven van oudere kinderen, terwijl veel vrouwen zich richten op de jongere kinderen. Dit jaar was slechts 13 procent van de docenten in het primair onderwijs man. Dit percentage kan in de toekomst dalen, omdat veel mannen ouder zijn. Van de pabo-afgestudeerden is maar 17 procent man. De pabos willen meer specialisatie aanbieden om de instroom te vergroten. Het kabinet wil het wettelijk mogelijk maken om gespecialiseerde opleidingen voor jonge en oudere kinderen te starten.

Met deze nieuwe opleidingen kunnen studenten zich vanaf het begin richten op één specifieke doelgroep. Daar zijn dan speciale eisen aan verbonden. Een student kan alleen bevoegd worden voor óf jonge óf oudere kinderen, maar kan later ook het andere certificaat halen. Experts raden aan om de grens hiervoor rond de 8 jaar te leggen.

De bewindspersonen willen met de Tweede Kamer over deze voorstellen praten en zorgen dat leraren, pabos en scholen betrokken zijn bij de plannen. Door het wet- en regelgevingstraject kan het nog even duren, maar de eerste studenten zouden in september 2029 kunnen starten met de nieuwe opleidingen.

De rol van mannen in het onderwijs vergroten

Het ministerie van OCW steunt de Alliantie Divers voor de Klas. Deze organisatie is opgericht om de gender- en culturele diversiteit in het onderwijs te verbeteren. Samen met pabos organiseert de Alliantie activiteiten om mannen bewust te maken van mogelijkheden in het onderwijs.

Er komt ook een landelijke campagne om mensen aan te moedigen te kiezen voor een carrière als leraar, met een speciale focus op mannen. Bovendien investeert het kabinet in de status van het beroep, zoals salaris en carrièremogelijkheden.