De coronacrisis en de sluiting van onderwijsinstellingen tijdens lockdowns hadden grote gevolgen voor leerlingen, studenten, docenten en onderzoekers. In 2021 besloot het toenmalige kabinet daarom om tijdelijk meerjarig, extra geld in het onderwijs te investeren. In 2024 liep het programma voor het vervolgonderwijs ten einde, en in de zomer van 2025 voor het primair- en voortgezet onderwijs. Met deze tijdelijke investering zijn er verschillende interventies ingezet om leerlingen en studenten te ondersteunen.
Het NP Onderwijs is het 1e programma waarin scholen werden aangemoedigd gebruik te maken van bewezen effectieve interventies. Hierbij konden scholen kiezen uit een menukaart met maatregelen zoals klassenverkleining, instructie in kleine groepen of de inzet van (extra) onderwijsassistenten. Ook werd het geld ingezet om te zorgen dat ruim 9000 onderzoekers met een tijdelijk contract hun (door corona vertraagde) onderzoek alsnog af konden ronden.
Koen Becking, staatssecretaris van OCW: "Het NP Onderwijs laat mooie resultaten zien. Alle waardering voor de tomeloze inzet en toewijding van scholen, besturen, leraren en andere onderwijsprofessionals tijdens en na de coronapandemie. Terwijl de pandemie aan het begin van het NP Onderwijs weer oplaaide, zijn de scholen direct aan de slag gegaan in het belang van de leerling. Het herstel in het basisonderwijs van de leerprestaties en de aandacht voor het welbevinden van alle leerlingen laten zien dat het harde werk niet voor niets is geweest. Tegelijk laat de situatie in het voortgezet onderwijs zien dat het van belang is dat we blijven werken aan met name de basisvaardigheden van leerlingen. Via onder andere het Masterplan Basisvaardigheden en het nieuwe curriculum wordt hier daarom de komende tijd hard aan doorgewerkt."
Gouke Moes, minister van OCW: "De coronajaren hebben flinke impact op onze leerlingen en studenten gehad. Juist je school- en studietijd zouden mooie jaren moeten zijn, waarin het sociale leven zo belangrijk is, en je grote leerontwikkelingen doormaakt. In plaats daarvan kwamen jongeren nu in een sociaal isolement terecht en liepen zij leer- en studievertragingen op. Met behulp van het NP Onderwijs hebben de professionals in de onderwijssector zich ingezet om te werken aan het welzijn van studenten en studievertragingen in te lopen. Hulde aan deze professionals en de leerlingen en studenten, en goed om te zien dat het beter gaat."
Minder leer- en studievertraging
In het mbo, hbo en op universiteiten namen studievertragingen als gevolg van de coronapandemie flink af. In 2022 gaf 32% van de studenten aan studievertraging te hebben door corona, nu nog slechts 8%. Wel is een grotere groep leerlingen en studenten die gedurende de pandemie de overgang hebben gemaakt van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs of van voortgezet onderwijs naar vervolgonderwijs, kwetsbaarder gebleken.
De leerprestaties in het basisonderwijs herstellen. Leerlingen in het basisonderwijs haalden achterstanden op basisvaardigheden in, en daarmee zijn de leerprestaties weer op het niveau van voor de coronacrisis. In de onderbouw van het voortgezet onderwijs zijn de leerprestaties ondanks alle inzet nog niet hersteld. Aandacht voor de basisvaardigheden blijft daarom een prioriteit voor het huidige kabinet, waar hard aan gewerkt wordt met het Masterplan Basisvaardigheden en het nieuwe curriculum.
Welbevinden herstelt
Tijdens de coronapandemie stond het welbevinden van leerlingen en studenten onder druk, inmiddels zitten leerlingen en studenten in alle onderwijssectoren weer beter in hun vel. Zo zijn leerlingen in het voortgezet onderwijs weer even tevreden over hun leven als voor de pandemie. Ook in het vervolgonderwijs gaat het beter. In 2022 kampte nog 23% van de studenten met een (zeer) slecht mentaal welzijn. In 2025 is dat 12%. Aandacht voor welbevinden werd daarnaast structureel ingebed in het onderwijs en ook de ondersteuningsstructuren op onderwijsinstellingen verbeterden. Daarnaast wordt er na het NP Onderwijs ook verder gewerkt aan het versterken van het welbevinden van studenten, bijvoorbeeld met de Werkagenda mbo en het Landelijk Kader Studentenwelzijn (hoger onderwijs).
Uit het evaluatieonderzoek blijkt dat sluitingen van onderwijsinstellingen vergaande impact hadden op het welbevinden en de leerprestaties van leerlingen en studenten. Sluiting van onderwijsinstellingen dient in de toekomst daarom het beste, zoveel mogelijk, worden voorkomen of tot het uiterste worden beperkt.




