Nabestaandenpensioen

Als een ouder overlijdt hebben kinderen vaak recht op een wezenpensioen. De precieze voorwaarden hiervoor verschillen per pensioenregeling. Met dit wetsvoorstel wordt er in de wet één gelijke definitie vastgelegd die bepaalt wanneer iemand een kind met recht op wezenpensioen is. Dit is vooral van belang voor stief- of pleegkinderen of kinderen uit samengestelde gezinnen. In de Wtp was daarnaast vastgelegd dat na beëindiging van het dienstverband, of bij het ontvangen van een Werkloosheids- of een Ziektewetuitkering, er nog maximaal zes maanden sprake is van dekking voor het wezenpensioen. De wet wordt nu gewijzigd zodat mensen dit ook vrijwillig langer kunnen voortzetten. Dit was al mogelijk voor het partnerpensioen.

Pensioen bij arbeidsongeschiktheid

In geval van arbeidsongeschiktheid wordt er vaak nog wel ouderdomspensioen opgebouwd over het deel dat een persoon arbeidsongeschikt is. Dit gebeurt zonder dat er premie wordt ingelegd. In de Wtp was overgangsrecht opgenomen voor verzekeraars en gesloten fondsen waarvan de werkgever niet meer bestond. Op die manier verandert er niks voor arbeidsongeschikten die al van deze regeling gebruik maken. In de uitvoering zijn echter enkele knelpunten aan het licht gekomen. Daarom wordt met dit wetsvoorstel het overgangsrecht verruimd.

Gelijke aanpassing in de flexibele premieregeling

De Wtp kent twee manieren waarop pensioen kan worden opgebouwd: de solidaire en de flexibele premieregeling. Vakbonden en werkgevers maken tussen deze twee een keuze. In de solidaire premieregeling zijn er meer mogelijkheden om risico’s te delen met elkaar. En in de flexibele premieregeling is er meer individuele keuzevrijheid.

Binnen de flexibele premieregeling was het mogelijk dat verschillende gepensioneerden een andere jaarlijkse aanpassing van hun pensioenbedrag kregen. Dit was voor een aantal fondsen zowel qua uitvoering als communicatief complex. Dit wetsvoorstel maakt het mogelijk om de pensioenuitkering van de net gepensioneerde in gelijke mate mee te laten bewegen met de pensioenuitkeringen van andere pensioengerechtigden. Deze mogelijkheid bestond al binnen de solidaire premieregeling.

Inwerkingtreding

Het wetsvoorstel gaat nu naar de Raad van State voor advies. Dit advies wordt gewogen door de regering, waarna het wetsvoorstel wordt aangeboden aan de Tweede Kamer. Als de Tweede Kamer instemt, wordt het wetvoorstel aangeboden aan de Eerste Kamer. Als die ook instemt kan het wetsvoorstel op 1 januari 2027 in werking treden. Of dit ook gehaald kan worden, is natuurlijk afhankelijk van de parlementaire behandeling van de wet.