De bescherming van de arbeidsmigrant staat voorop. Daarom neemt het kabinet het besluit om nu nog niet te beginnen met de afbouw van de inhoudingsmogelijkheid. Ook wordt het voorstel nu niet naar de Raad van State gestuurd voor advies.
Een eerdere verkenning laat zien dat er in de praktijk verschillende kanten zitten aan de regeling. De regeling vergroot de afhankelijkheid voor arbeidsmigranten van werkgevers en kan bijdragen aan een onwenselijk verdienmodel. Daar staat tegenover dat de regeling het makkelijker maakt voor arbeidsmigranten en werkgevers om huisvesting te regelen.
Daarnaast kan de overheid door deze regeling eisen stellen aan de kwaliteit van de woning. Zo mag de werkgever enkel geld inhouden voor huisvesting als de woning gecertificeerd is. Met het afschaffen van de regeling verliezen we deze vorm van toezicht.
De afbouw van de regeling kan ertoe leiden dat de situatie van de arbeidsmigrant verslechtert door de huidige positie op de woningmarkt. Ook wil het kabinet de regeling nu niet afbouwen omdat andere maatregelen die arbeidsmigranten moeten beschermen rondom huisvesting nog niet allemaal in werking zijn.
Tegelijkertijd werkt het kabinet aan het verstevigen van de positie van arbeidsmigranten door de afhankelijkheid van arbeidsmigranten van hun werkgever te verminderen en onwenselijke verdienmodellen te beperken. Zo zijn er Work in NL-informatiepunten om arbeidsmigranten te informeren over hun rechten. Met het wetsvoorstel toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta) verbetert de positie van kwetsbare arbeidskrachten, in het bijzonder ook arbeidsmigranten. Daarnaast werkt de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) aan een wetsvoorstel om de huurbescherming van arbeidsmigranten te verbeteren.




