Staatssecretaris Pouw-Verweij van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: “Het is niet meer dan logisch dat familieleden, die vaak al jarenlang de zorg voor hun naaste dragen, ook de mogelijkheid krijgen om namens hen een zorgaanvraag te doen. Met deze wetswijziging maken we het voor mensen die zelf niet meer in staat zijn hun zaken te regelen, eenvoudiger om de zorg en ondersteuning te krijgen die ze nodig hebben. Zo zetten we een stap naar een menselijker en praktischer zorgsysteem.”
Makkelijker om passende zorg te krijgen
Op dit moment mogen familieleden geen aanvraag doen voor een Wlz-indicatie. Om ervoor te zorgen dat de cliënt toch de juiste zorg krijgt, moeten familieleden de rechter vragen om mentor te mogen worden. De rechter wijst dit verzoek vaak af, omdat mentorschap te ingrijpend wordt gevonden voor alleen het ondertekenen van een Wlz-aanvraag. Bovendien kost een aanvraag voor mentorschap veel tijd en administratie. Daardoor is het voor sommige mensen die hun eigen zaken niet goed kunnen regelen moeilijker om Wlz-zorg te krijgen.
Minder administratieve lasten
Uit onderzoek van Sira Consulting in opdracht van het ministerie van VWS blijkt dat de aanpassing van de wet zorgt voor een aanzienlijke vermindering van de regeldruk voor familieleden en zorgaanbieders. Zorgaanbieders hoeven niet meer te helpen met de aanvraag voor mentorschap, zijn minder tijd kwijt aan uitleg geven aan de naasten en hoeven minder huisbezoeken te doen. Deze tijdsbesparing kunnen zorgverleners gebruiken voor de daadwerkelijke zorg van de cliënt. Daarnaast ontstaat er hierdoor een financiële besparing voor de betrokkenen: zorgaanbieders besparen ongeveer € 858.600. Ook blijkt uit de berekeningen dat het Centrum Indicatiestellingen Zorg (CIZ) vanaf 2027 zo’n € 142.000 per jaar bespaart. De structurele besparingen zijn daarna naar verwachting hoger.