Wetgeving huurverhoging
De huurverhogingen in de middenhuur en vrije sector zijn wettelijk vastgesteld om woningen betaalbaar te houden. Dit betekent dat de verhoging pas kan plaatsvinden als de inkomens ook stijgen. Huursommen kunnen lager zijn als er afspraken in het huurcontract staan. Verhuurders mogen de huur niet meer verhogen dan het vastgestelde percentage voor 2025.
Huurverhoging vrije sector
In de vrije sector is de maximale huurverhoging gebaseerd op de laagste van de inflatie of de cao-loonontwikkeling. Verhuurders mogen daar 1% bij optellen. Van december 2023 tot december 2024 was de inflatie gemiddeld 3,1%, terwijl de loonontwikkeling 6,7% was. Dit betekent een maximale huurverhoging van 4,1% voor 2025 voor zelfstandige woningen en ligplaatsen van woonboten.
Huurverhoging middenhuur
Voor middenhuur is de cao-loonontwikkeling leidend. Verhuurders mogen daar ook 1% bij optellen. Aangezien de cao-loonontwikkeling van december 2023 tot december 2024 6,7% is, is de maximale huurverhoging voor 2025 7,7%. Dit geldt voor zelfstandige woningen en appartementen met een huurcontract van 1 juli 2024 of later, bij een aanvangshuur die het vastgestelde plafond overschrijdt.
Verschil vrije sector en gereguleerde huur
Of een woning in de vrije sector valt, hangt af van de huurprijs en de liberalisatiegrens. De aanvangshuur is wat bij het contract ondertekend is. De liberalisatiegrens verhoogt jaarlijks en bepaalt of een woning sociale huur, middenhuur of vrije sector is. Sinds 1 juli 2024 vallen ook middenhuurwoningen onder gereguleerde huurprijzen, wat betekent dat verhuurders zich aan bepaalde regels moeten houden.
Huurverhoging sociale huur
Voor sociale huurwoningen is de maximale huurverhoging tot 1 juli 2025 5,8%. Dit geldt ook voor kamers en woonwagens. Vanaf 1 juli 2025 wordt de verhoging vastgesteld op 5,0%. Een nieuwe regel vanaf 2026 koppelt de huurverhoging aan een driejaarsgemiddelde van de inflatie, wat zorgt voor meer voorspelbaarheid voor huurders en stabiliteit voor verhuurders.