De nieuwe wetten heten ‘Vereenvoudiging van de huurtoeslag’ en ‘Huurtoeslag ter verbetering van koopkracht’. De overheid investeert €215 miljoen in 2025 en daarna jaarlijks €650 miljoen om de huurtoeslag te verbeteren.

Met de nieuwe wetten wordt de huurtoeslag voor ouderen en jongeren gelijk. Hierdoor krijgen huurtoeslagontvangers onder de AOW-leeftijd meer ondersteuning. Ook gezinnen met een hogere huur krijgen een extra toeslag. De afbouw van de huurtoeslag wordt langzamer, zodat als iemand meer gaat verdienen, de huurtoeslag minder snel daalt. Dit maakt het duidelijker wat je krijgt als je inkomen stijgt.

In 2026 mogen meer mensen huurtoeslag aanvragen. Huurders met een laag inkomen en hoge huur kunnen nu ook hulp krijgen, zelfs als hun huur boven de grens ligt. Dit geldt voor 170.000 huishoudens, die gemiddeld €175 per maand zullen ontvangen. Jongeren onder de 21 hebben straks ook meer recht op huurtoeslag, zelfs als hun huur boven de €477,20 is. Huurtoeslag is nu beschikbaar voor jongeren vanaf 23 jaar, maar dit wordt nu 21 jaar.

Ongeveer 20% van de huidige ontvangers krijgt in 2026 minder huurtoeslag, gemiddeld €9 per maand. Dit komt omdat een deel van de vergoeding voor gemeenschappelijke kosten vervalt. Deze kosten konden nu al in rekening worden gebracht voor diensten in appartementen.

Het toeslagenstelsel moet mensen die het nodig hebben beter helpen. Met deze nieuwe wetten wordt het systeem eenvoudiger en wordt de uitvoering verbeterd, wat belangrijk is voor heel wat huurders.