Leefbaarheid en nieuwe woningen
Het aandeel woningen in de NPLV-gebieden dat in een gebied staat met een ‘zwakke’ of lagere leefbaarheid is afgenomen van 60% in 2018 naar 55% in 2024. De leefbaarheid blijft desondanks nog steeds flink achter bij het landelijke gemiddelde van slechts 11%. Ook ervaren minder mensen in de NPLV-gebieden hun gezondheid als (zeer) goed: dat aantal ligt 5 tot 10 procentpunten lager dan gemiddeld in Nederland.
In de NPLV-gebieden staan relatief veel goedkope en slecht onderhouden woningen. Daarom worden woningen gebouwd en bestaande huizen en maatschappelijke voorzieningen verbeterd. Met geld uit de Woningbouwimpuls (Wbi) en de Startbouwimpuls (Sbi) is gestart met de bouw van zo’n 2.500 woningen van in totaal 33.000 woningen in de NPLV-gebieden. Tussen 2025 en 2029 worden nog eens 50.000 woningen en collectieve voorzieningen zoals scholen verbeterd en gebouwd.
In 2024 werden met geld van het Volkshuisvestingsfonds (VHF) ruim 7.500 woningen verbeterd in de NPLV-gebieden. Ook werden circa 27.470 huishoudens ondersteund bij het treffen van energiebesparende voorzieningen voor een lagere energierekening en een gezonder binnenklimaat. In totaal zijn 8.298 sociale huurwoningen in de NPLV-gebieden verbeterd in energieprestatie.
Meer mensen van bijstand naar werk, minder armoede
Het aandeel werkenden in de NPLV-gebieden is gestegen van 60% in 2018 naar 64% in 2024. Wel blijft het gemiddelde ongeveer 7% lager dan landelijk. Ook het aandeel mensen in de bijstand daalt gestaag. 8% van de huishoudens leefde in 2023 in armoede, tegen 18% in 2018. Dit is in lijn met de landelijke daling van armoede. Wel leven nog altijd dubbel zoveel huishoudens onder de armoedegrens als gemiddeld in Nederland.
Verschillende interventies – zoals baangaranties voor jongeren, verlengde leertijd, begeleiding naar werk voor mensen in de bijstand en activerende kinderopvang – droegen hieraan bij. Deze interventies worden onder meer bekostigd uit de SPUK Kansrijke Wijk 2023-2025, een gebundelde geldstroom van het Rijk specifiek voor de NPLV-gebieden. Dit jaar hebben de ministeries van OCW, SZW en VRO nog eens € 400 miljoen vrijgemaakt voor de SPUK Kansrijke Wijk 2026-2028.
Meer ontwikkeltijd voor kinderen
Het risico op onderwijsachterstanden in zowel het basis- als het voortgezet onderwijs nam iets af in de NPLV-gebieden, maar blijft hoger dan gemiddeld in Nederland. In 2024 kwamen 11.088 kinderen uit de NPLV-gebieden in aanmerking voor voorschoolse educatie, zoals peuteropvang. Zo’n 3/4 daarvan nam ook daadwerkelijk deel. Ongeveer 53.000 kinderen in NPLV-gebieden kregen verlengde leertijd op de basisschool.
Overlast en onveiligheid
Bewoners van NPLV-gebieden ervaren bijna 2 keer zoveel overlast en onveiligheid als gemiddeld in Nederland. De ervaren onveiligheid neemt sinds 2018 wel iets af, hoewel relatief iets minder snel dan gemiddeld in Nederland. In bijna alle NPLV-gebieden ervaart meer dan de helft van de bewoners overlast, met uitschieters tot 70%.
Het aantal geregistreerde verdachte jongeren van 12 tot en met 22 jaar per 10.000 bewoners daalde in 2024 licht, in lijn met de landelijke ontwikkeling. Met onder meer de inzet van het programma Preventie met Gezag zetten de NPLV-gebieden flink in op het weerbaar maken van jongeren, het voorkomen van jeugdcriminaliteit en straffen indien nodig. Om deze aanpakken te continueren hebben de NPLV-gebieden in 2025 een tweede tranche van Preventie met Gezag kunnen aanvragen.
Zie ook




