Hoewel de uitkomsten van de monitor op onderdelen een stap vooruit zijn, laat het onderzoek ook zien dat blijvende inzet op bewustwording, handhaving en samenwerking nodig blijft, zodat iedereen in Nederland gelijke kans heeft op een woning. Minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) zet de jaarlijkse monitoring van woondiscriminatie voort en richt zich op voorlichting, het versterken van de lokale en branchegerichte aanpak en de inzet van de Wet goed verhuurderschap. Vanuit brancheorganisaties wordt onder meer gewerkt aan meer bewustwording onder hun leden. Ook loopt dit najaar een nieuwe bewustwordingscampagne op sociale media over woondiscriminatie en de Wet goed verhuurderschap.
Uitkomsten onderzoek
Het Verwey-Jonker Instituut heeft de vierde Landelijke monitor uitgevoerd in opdracht van VRO. Tijdens het onderzoek probeerden onderzoekers met fictieve persoonsprofielen via correspondentietests een uitnodiging te krijgen voor de bezichtiging van een huurwoning. Daarbij varieerden ze onder meer in afkomst (naam) en geslacht. In eerdere edities kregen kandidaten met een niet-Nederlands klinkende naam minder vaak een uitnodiging. In de nieuwste meting zien onderzoekers dat verschil niet meer: alle profielen maken nu evenveel kans om te worden uitgenodigd.
De monitor laat verder zien dat het bewustzijn over discriminatie toeneemt in de huursector. Tijdens zogeheten mystery calls belden onderzoekers verhuurbemiddelaars met discriminerende verzoeken, zoals het uitsluiten van bepaalde groepen huurders. In 55% van de gesprekken benoemden makelaars dit als discriminatie en ruim 22% wees het verzoek nadrukkelijk af, tegenover 14% in 2014. Toch blijkt dat ruim de helft van de bemiddelaars nog steeds bereid is op zulke verzoeken in te gaan, tegenover ruim 37% in 2022.




