De Europese Commissie heeft volgens de EU-staatssteunregels een Duits-Nederlands plan van €3 miljard goedgekeurd. Het ondersteunt de productie van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong (meer specifiek hernieuwbare waterstof) wereldwijd. Deze brandstoffen worden in de EU geïmporteerd en verkocht, wat bijdraagt aan doelen uit de EU Waterstofstrategie, de Europese Green Deal en het REPowerEU Plan om Russisch fossiele brandstofgebruik te verminderen en de groene overgang te versnellen.

Het Duits-Nederlands project

Duitsland en Nederland informeerden de Commissie over hun plan om met €3 miljard kostenefficiënt RFNBOs te produceren. Duitsland draagt €2,7 miljard bij en Nederland €300 miljoen.

Het project ondersteunt de bouw van minstens 1,875 GW elektrolyse capaciteit wereldwijd. De middelen worden toegewezen via een aanbesteding die eind 2025 moet worden afgerond. De aanbestedingen, georganiseerd op multi-regionale basis, staan open voor projecten met een elektrolyser capacitieit van minimaal 5 MW.

De opzet van het project is een dubbele veiling die RFNBO-producenten, merendeels buiten de EU, en RFNBO-kopers in Duitsland en Nederland samenbrengt. De bedrijven die aanbieden tegen de laagste verkoopprijs, en kopen tegen de hoogste prijs, krijgen een contract. Overheidsmiddelen vullen het verschil tussen deze prijzen aan.

Deelnemers moeten voldoen aan EU-criteria voor de productie van RFNBOs, zoals in de gedelegeerde regelgeving voor hernieuwbare waterstof staat.

Dit project helpt om vanaf 2030 in de vraag naar RFNBOs in Duitsland en Nederland te voorzien. Het zal ook de ambitie van de EU om hernieuwbare waterstof op grote schaal in te zetten, steunen. Duitsland en Nederland verwachten dat dit tot een reductie van wel 5,73 miljoen ton CO2-equivalent zal leiden, wat bijdraagt aan hun klimaatdoelen en die van de EU.

Beoordeling door de Commissie

De Commissie beoordeelde het plan volgens EU-staatssteunregels, in het bijzonder artikel 107(3)(c) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat lidstaten in staat stelt bepaalde economische activiteiten te ondersteunen onder bepaalde voorwaarden, en de 2022 Richtlijnen voor staatssteun voor klimaat, milieubescherming en energie (CEEAG).

De Commissie ontdekte dat:

  • Het plan profiteert van de ervaringen uit het eerdere Duitse H2Global staatssteunprogramma, zoals goedgekeurd in december 2021, en de feedback van belanghebbenden via openbare consultaties.
  • Het plan is noodzakelijk en geschikt voor de productie van hernieuwbare waterstof. Het steunt ook belangrijke EU-beleidsinitiatieven zoals de Europese Green Deal, de EU Waterstofstrategie, en het REPowerEU Plan.
  • Het plan heeft een incentive-effect, aangezien de begunstigden de investeringen niet in dezelfde mate zouden verrichten zonder de publieke steun.
  • Nederland en Duitsland hebben voldoende voorzorgsmaatregelen genomen om te verzekeren dat het plan een beperkte impact op concurrentie en handel binnen de EU heeft. Met name worden de begunstigden geselecteerd na een open, transparant en niet-discriminerend biedingsproces en wordt de hulp beperkt tot het minimum dat nodig is om de projecten uit te voeren. Daarnaast zijn maatregelen genomen om overcompensatie van kopers die in aanmerking komen voor consumptiegebaseerde staatssteunregelingen te voorkomen. 
  • De steun zal positieve effecten hebben die eventuele mogelijke negatieve effecten op concurrentieverstoringen teniet doen.

Op basis hiervan keurde de Commissie het Duits-Nederlandse plan goed volgens de EU-staatssteunregels.

Achtergrond

Dit initiatief volgt op een eerder door de Commissie goedgekeurd Duits plan in december 2021, dat investeringen ondersteunt in de productie van hernieuwbare waterstof in niet-EU landen, om vervolgens te worden geïmporteerd en verkocht in de EU.

De 2022 CEEAG biedt richtlijnen voor hoe de Commissie de verenigbaarheid zal beoordelen van milieubescherming, inclusief klimaatsbescherming, en energiehulpmaatregelen die onder de meldingsverplichting van artikel 107(3)(c) VWEU vallen.

De Richtlijn Hernieuwbare Energie van 2018 stelde strenge criteria voor RFNBOs, zoals hernieuwbare waterstof, om ervoor te zorgen dat hun milieu-impact minimaal is en dat zij bijdragen aan de inzet van hernieuwbare energie. Onder andere moet de emissiebesparing van het eindproduct ten minste 70% zijn over de hele waardeketen. Wijzigingen op de Richtlijn Hernieuwbare Energie in 2023 verhoogden het doel voor het aandeel hernieuwbare energie in het EU-bruto energieverbruik tot 42,5% in 2030, en introduceerden een streefdoel dat 42% van de in de industrie gebruikte waterstof hernieuwbaar moet zijn tegen 2030, oplopend tot 60% tegen 2035.

De niet-vertrouwelijke versie van de beslissing zal onder de casenummers SA.108511 en SA.110056 beschikbaar worden gesteld in het register voor staatssteun op de website van de Commissies concurrentiebeleid zodra eventuele vertrouwelijkheidsproblemen zijn opgelost. Nieuwe publicaties van staatssteunbeslissingen op het internet en in het Publicatieblad worden weergegeven in de Competition Weekly e-News.