advertentieDe Commissie heeft vandaag een aanbeveling aangenomen over vrijwillige duurzaamheidsrapportage voor kleine en middelgrote ondernemingen (KMOs). De aanbeveling presenteert een vrijwillige standaard die het voor KMOs die niet onder de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) vallen, gemakkelijker maakt om te reageren op specifieke verzoeken om duurzaamheidsinformatie van grote financiële instellingen en bedrijven.
De vrijwillige standaard voor KMOs (VSME) is ontwikkeld door EFRAG, het technische adviesorgaan van de Commissie voor duurzaamheidsrapportage. De Commissie moedigt grote bedrijven en financiële instellingen die duurzaamheidsinformatie van KMOs zoeken aan om hun verzoeken zoveel mogelijk op de vrijwillige standaard te baseren. KMOs willen mogelijk ook vrijwillig duurzaamheidsinformatie rapporteren om hun toegang tot duurzame financiering te verbeteren en hun eigen duurzaamheidsperformance beter te begrijpen en te monitoren, waardoor ze hun veerkracht en concurrentievermogen verbeteren.
Achtergrond
Op 26 februari 2025 heeft de Commissie het Omnibus I vereenvoudigingspakket aangenomen, waarin wordt voorgesteld om de verplichte duurzaamheidsrapportage onder de CSRD te beperken tot grote bedrijven met meer dan 1.000 werknemers. Voor bedrijven met tot 1.000 werknemers heeft de Commissie een vrijwillige rapportagestandaard voorgesteld die door de Commissie zal worden aangenomen, gebaseerd op de vandaag aangenomen aanbeveling. Deze toekomstige vrijwillige rapportagestandaard zal ook fungeren als een waarde-keten cap om KMOs en andere bedrijven die niet onder de verplichte rapportage onder de CSRD vallen te beschermen tegen buitensporige informatieverzoeken van hun waarde-ketenpartners.
Volgende stappen
De aanbeveling van vandaag is dus een tussentijdse oplossing om te voldoen aan de marktvraag totdat de gedelegeerde handeling over een vrijwillige standaard formeel is aangenomen. De inhoud van de gedelegeerde handeling kan verschillen van de aanbeveling van vandaag. Het tijdschema voor aanneming is afhankelijk van het tempo en de afloop van de onderhandelingen tussen de mede-wetgevers over het Omnibus I voorstel.
Voor meer informatie