De Commissie heeft €11,7 miljoen aan staatssteun goedgekeurd die tussen 2001 en 2011 aan de beheerder van de luchthaven Carcassonne is verleend. De Europese Commissie heeft ook geconcludeerd dat bepaalde overeenkomsten die in dezelfde periode zijn ondertekend tussen de luchthaven Carcassonne en luchtvaartmaatschappijen die op die luchthaven opereren (in dit geval Ryanair) een bedrag van ongeveer €1,8 miljoen aan incompatibele staatssteun vertegenwoordigden. Frankrijk moet dit bedrag nu terugvorderen.  

Het onderzoek van de Commissie

Op 4 april 2012, na een klacht, opende de Commissie een diepgaand onderzoek om te beoordelen of de overeenkomsten tussen Ryanair en de Kamer van Koophandel en Industrie van Carcassonne-Limoux-Castelnaudary (CCI), een publieke entiteit en beheerder van de luchthaven Carcassonne tot 2011, evenals de overheidsfinanciering aan CCI, in overeenstemming waren met de EU-regels voor staatssteun.

De Commissie ontdekte dat CCI tussen 2001 en 2011 subsidies ontving, voornamelijk van lokale en regionale autoriteiten, waaronder €9 miljoen ter ondersteuning van investeringen in de infrastructuur van de luchthaven Carcassonne, en €2,7 miljoen ter ondersteuning van de activiteiten van CCI. De Commissie concludeerde dat deze €11,7 miljoen aan subsidies die aan CCI zijn verleend, zijn toegestaan onder de Luchtvaartrichtlijnen, de sectorale regels die van toepassing zijn op operationele of investeringssteun aan luchthavens. De steun was noodzakelijk en evenredig aan de nagestreefde doelstellingen, aangezien deze bijdroeg aan de noodzakelijke modernisering van de luchthaven en de financiering van de operationele kosten zonder buitensporige winsten te genereren. De Commissie concludeerde ook dat de steun de concurrentie met nabijgelegen luchthavens zoals Castres-Mazamet, Perpignan, Béziers en Toulouse-Blagnac niet onevenredig zou verstoren. De Commissie ontdekte verder dat €1,1 miljoen aan subsidies werd gebruikt om activiteiten buiten de markt te financieren, zoals brandbestrijding en douanecontrole, en derhalve buiten het bereik van de EU-regels voor staatssteun valt. 

In dezelfde periode ondertekende CCI een aantal overeenkomsten met Ryanair en haar dochteronderneming AMS, die specifiek betrekking hadden op marketing. De contracten betroffen zowel marketingdiensten als luchthavenserviceovereenkomsten. CCI betaalde in totaal €8,9 miljoen aan Ryanair en AMS voor marketingdiensten. De serviceovereenkomsten stelden de luchthaventarieven vast die aan Ryanair werden toegepast, evenals een verplichting van de luchtvaartmaatschappij om bepaalde routes naar Carcassonne te exploiteren en bepaalde passagiersdoelen te bereiken. 

De Commissie concludeerde vandaag dat 11 marketing- en luchthavenserviceovereenkomsten die tussen CCI en Ryanair/AMS zijn ondertekend, incompatibele staatssteun vertegenwoordigden. De Commissie beoordeelde de winstgevendheid van 16 van deze overeenkomsten voor de luchthaven, om te bepalen of een particuliere exploitant soortgelijke contracten zou hebben ondertekend (de zogenaamde test van de markt economie operator of MEOP). De test bestaat uit het berekenen van de netto contante waarde (NPV) van de overeenkomsten voor CCI, op basis van de verwachte inkomsten en kosten die ermee gemoeid zijn. Een positieve NPV betekent dat de overeenkomst winstgevend is en voldoet aan de MEOP-test, terwijl een negatieve NPV betekent dat dit niet het geval is en een voordeel voor Ryanair biedt dat gelijk is aan de waarde van de NPV, aangezien een marktoperator geen dergelijke overeenkomst zou hebben gesloten.

De Commissie vond dat 11 van de 16 contracten een voordeel voor Ryanair verleenden. De winstgevendheid van de contracten evolueerde ten gunste van Ryanair omdat CCI begon hogere marketingvergoedingen aan Ryanair te betalen voor soortgelijke diensten, terwijl het zijn passagierskosten verlaagde.

Het totale voordeel dat aan Ryanair werd verleend, bedraagt €1,8 miljoen. Frankrijk moet nu de incompatibele steun, plus rente, terugvorderen. Als principe vereisen de EU-regels dat incompatibele staatssteun zonder vertraging wordt teruggevorderd om de concurrentieverstoring die door de steun is gecreëerd, te verwijderen. Het doel van terugvordering is om de situatie te herstellen die bestond op de interne markt voordat de steun werd betaald, en vormt derhalve geen boete. Door de onrechtmatige steun terug te betalen, verliest de begunstigde het voordeel dat het heeft genoten ten opzichte van zijn concurrenten.  

Achtergrond

Onder de EU-regels voor staatssteun kunnen publieke interventies waarbij bedrijven betrokken zijn, als vrij van staatssteun worden beschouwd wanneer ze worden gedaan op voorwaarden die een particuliere exploitant, geplaatst in dezelfde omstandigheden als de Staat, onder marktvoorwaarden zou aanvaarden. Indien aan dit principe niet wordt voldaan, omvatten publieke interventies doorgaans staatssteun in de zin van Artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aangezien ze een economische voordeeltje aan begunstigden verlenen ten opzichte van hun concurrenten.

De niet-vertrouwelijke versie van de beslissing zal beschikbaar worden gesteld onder het zaaknummer SA.33962 in het register voor staatssteun op de website van de Commissie voor concurrentie zodra eventuele vertrouwelijkheidskwesties zijn opgelost. Nieuwe publicaties van beslissingen over staatssteun op het internet en in het Publicatieblad worden vermeld in de Wekelijkse e-nieuwsbrief concurrentie.