Waarom heeft de EU een partnerschapsovereenkomst met Mercosur onderhandeld?

Mercosur is een grote markt voor EU-exporten en tot nu toe was het de enige grote handelspartner in Latijns-Amerika waarmee de EU geen preferentiële handelsovereenkomst had. EU-bedrijven exporteerden naar de vier oprichterslanden van Mercosur:

• €55 miljard aan goederen (in 2024), en
• €29 miljard aan diensten (in 2023).

De economieën van Mercosur zijn momenteel sterk beschermd en Europese bedrijven worden geconfronteerd met veel handelsbelemmeringen bij het exporteren daar, wat het moeilijk maakt om onder eerlijke voorwaarden te concurreren. Deze omvatten:

• hoge invoerrechten
• lastige procedures, en
• technische reguleringen en normen die verschillen van internationale normen.

De EU is de op een na grootste handelspartner van Mercosur in goederen, na China en vóór de Verenigde Staten. De EU vertegenwoordigt 16,9% van de totale handel van Mercosur in 2023. Mercosur is de tiende grootste handelspartner van de EU in goederen. Er is een enorm potentieel voor EU-bedrijven om nog meer te exporteren naar deze grote markt van meer dan 295 miljoen mensen.

De EU heeft al handelsakkoorden met bijna alle andere landen in Latijns-Amerika. Het veiligstellen van een overeenkomst met de Mercosur-landen stelt ons in staat om de preferentiële toegang voor EU-exporteurs verder uit te breiden en onze politieke banden met Latijns-Amerikaanse landen te versterken.

De partnerschapsovereenkomst van de EU met Mercosur zal:

• handelsbelemmeringen wegnemen en het gemakkelijker maken voor EU-bedrijven om goederen en diensten aan Mercosur te verkopen, evenals het gemakkelijker maken om te investeren;
• helpen bij het veiligstellen van duurzame toegang tot grondstoffen, waardoor onze economische veiligheid wordt versterkt en de dubbele transitie wordt ondersteund;
• de EU en Mercosur helpen bij het vormgeven van wereldwijde handelsregels in lijn met de hoogste EU-normen;
• een krachtig signaal aan de wereld sturen ten gunste van op regels gebaseerde handel, waarbij protectionisme wordt afgewezen;
• de waardecreatie tussen onze twee regios verder integreren, waardoor de industrieën aan beide zijden competitief blijven op de wereldmarkt;
• onze waarden projecteren via gedetailleerde verplichtingen op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling, inclusief klimaatverandering en arbeid.